De GGD regio Utrecht en de afdeling Volksgezondheid van de gemeente zijn niet geraadpleegd rond het concept-besluit dat het mogelijk maakte dat het gebeier van de Domtoren niet meer illegaal was. Binnenstadbewoner Peter Oostveen beschrijft zijn verwondering hierover. 

            

Peter Oostveen - In 2017 had de gemeente een probleem met het Domcarillon. Wat was ook alweer het geval?

In de binnenstad wonen minimaal honderden mensen die gebukt gaan onder het nachtelijke gebeier van het Domcarillon: maar liefst 32 keer per nacht worden 70 decibellen over de omwonenden uitgestort.

Er zijn geluksvogels die daar dwars doorheen slapen. Er zijn pechvogels die daar in het geheel niet van kunnen slapen. Er zijn ook mensen die naarmate ze ouder worden lichter gaan slapen (dat is een normaal verschijnsel) en dan wordt het Domcarillon geleidelijk aan een “slaapterrorist”. Je hebt ook mensen die er geen last van hebben, maar dan van hun werk een burn out krijgen of een andere (ernstige) ziekte en er dan achter komen dat ze onder dat nachtelijke gebeier niet kunnen herstellen. Kortom, goede en slechte slapers in alle soorten en maten.

De slechte slapers durven niet bij de gemeente te klagen. Ook durven ze er veelal niet over te praten, want, schaamte, taboe en zwijgcultuur. En vanzelfsprekend “iedereen die er over klaagt is geen echte Utrechter”. En toch zijn er soms van die mannetjesputters die wel van zich laten horen. En dat was in 2017 voor de gemeente een probleem. Want, die mannetjesputters hadden ontdekt dat op grond van haar eigen milieuregels dat beieren, zowel in de nacht als overdag, hartstikke illegaal was. En, logisch, als de burger geen regels mag overtreden, dan mag de gemeente dat al helemaal niet.

Het toenmalige college bedacht een list: gewoon de gemeenteraad de betreffende verbodsbepaling laten schrappen. Slim en met bijbehorend voordeel, deze sluiproute bracht met zich mee dat belanghebbenden zowel inspraak als rechtsbescherming onthouden kon worden.

Op een verzoek van deze belanghebbenden om een raadsinformatiebijeenkomst reageerde teleurstellend genoeg slechts één partij. Dat was ook nog eens een negatieve reactie. Mails van belanghebbenden werden stelselmatig genegeerd. Tijdens de behandeling van het collegevoorstel in de Commissie Stad en Ruimte wekten de raadsleden niet de indruk zich heel erg in de materie te hebben verdiept.

Op 14 september 2017 werd de Regeling Onversterkte Muziek door de raadsleden geschrapt. Met als hoofdmotief, noem het in dit geval een gelegenheidsmotief, “deregulering” (het afschaffen van overbodige regels). Eind goed, al goed, het Domcarillon kon vanaf nu helemaal legaal mensen uit hun slaap houden.

De raadsleden, maar ook de media, hadden niet in de gaten gehad dat er bij het besluit meerdere kanttekeningen geplaatst konden worden. Alleen Kees van Oosten schreef hier op de site van Nieuws030 een kritisch stuk over (“Dom geklingel bij het schrappen van artikel 5”). Eén van die opmerkelijke zaken, in afwijking van wat gebruikelijk is, was enkele  deskundige partijen niet om advies gevraagd. Het is voor gemeenten bijvoorbeeld heel gangbaar om de eigen milieuadviseurs het concept-besluit op milieuaspecten te laten beoordelen.

Volksgezondheid

Ook waren de GGD regio Utrecht en de afdeling Volksgezondheid van de gemeente niet gevraagd het concept-besluit vanuit het oogpunt van de volksgezondheid te beoordelen. Vreemd, de gemeente had immers te maken met slechte slapers voor wie het er na dit besluit niet beter op zou worden. Maar, omdat de gemeente in haar beleving slechts bezig was met “dereguleren”, zag zij de meerwaarde van zulke adviezen niet in. Het was immers geen inhoudelijke, maar slechts een procedurele kwestie.

Dit manco aan het besluit prikkelde me en ik besloot de GGD te vragen wat ze daar nu eigenlijk van vond. Ambtelijke molens draaien doorgaans langzaam, maar niet in dit geval. Ik verwachtte afgelopen zomer een uitgestorven GGD aan te treffen, maar mijn vraag was al in behandeling genomen nog voordat ik een ontvangstbevestiging ontvangen had.

De GGD had een aantal redenen om mijn vraag spoedig aan een beschouwing te onderwerpen. De belangrijkste: de GGD had indertijd inderdaad graag advies uitgebracht over het concept-besluit.

Een rondgang op internet leert dat de klachten niet van vandaag zijn. Ze zijn op z’n minst terug te herleiden tot de jaren '80 van de vorige eeuw. Gegevens van Het Utrechts Archief bevestigen dit. Het werd de GGD duidelijk dat de klachten ook in het verleden al speelden. Op internet zagen zij ook dat in de zomer van 2017 maar liefst 1300 mensen in een poll van internet-courant DUIC aangaven dat het Domcarillon in de nacht te veel overlast veroorzaakt.

De GGD kon zich ook grotendeels vinden in een advies dat de GGD van Amsterdam in 2009 schreef over het nachtelijke gebeier van het carillon in Weesp. Dat advies is glashelder: “Uit ervaring elders in het land blijkt dat gemeenten ook kunnen afzien van het in de avond en nacht laten spelen van het carillon. Vanwege de nadelige effecten op omwonenden adviseert de GGD dat ook hier te doen”.

Markant detail: “ook zonder dat men ervan ontwaakt kunnen er slaapverstoringen optreden die gezondheidsschade toebrengen”. Gezondheidsschade die wordt genoemd: “verstoringen in het hormoon- en immuunsysteem, verhoging van de bloeddruk en ischemische hartziekten”.

Ook de afdeling Volksgezondheid van de gemeente was zich bewust van de ongezonde situatie voor de binnenstadsbewoners. Na enig overleg tussen de GGD, Volksgezondheid en Vergunningen, Toezicht en Handhaving werd besloten de volgende vraag aan de Staff Volksgezondheid voor te leggen: “Willen we de afweging omtrent het nachtelijke gebeier van het Domcarillon opnieuw maken?”

Het antwoord was kort en bondig: “neen”. Goed, dan wisten de GGD en de afdeling Volksgezondheid dat ook weer. En, werd er wellicht ook nog iets bij gezegd? Jawel: “Hierover heeft de raad in 2017 al besloten”. Belangen van cultuur, monumentaal erfgoed en het sentiment op straat botsen in dit geval met  de belangen van volksgezondheid. Einde discussie, of eigenlijk gebrek aan discussie. In hoeverre deze “discussie” het (voltallige) college bereikt heeft is niet duidelijk.

Niets bijzonders

Op zich is er aan de opstelling van het gemeentebestuur niets bijzonders. In de politiek, of het nu landelijk of plaatselijk speelt, is dit in zijn algemeenheid een bekend verschijnsel. Denk aan de uitbreiding van luchthavens, of uitbreiding van horecalocaties, of gemanipuleer met gegevens over luchtkwaliteit. Allemaal onderwerpen waar de gezondheid van mensen ondergeschikt wordt gemaakt aan economische belangen.

Toch is er in dit geval iets markants aan de opstelling van de gemeente.

Omdat de GGD zich bewust was van de gevoeligheid van het dossier had zij de kwestie heel “open” bij de gemeente aangekaart. De GGD stelde niet dat het nachtelijke gebeier op moest houden, maar vroeg slechts of de gemeente open stond voor suggesties om het nachtelijke gebeier voor de omgeving minder belastend te laten zijn. Zij liet in het midden waaruit die suggesties zouden bestaan, naast het in de nacht stopzetten van het carillon kun je ook denken aan bijvoorbeeld geluid dempende voorzieningen. Het is betreurenswaardig dat het gemeentebestuur dit door de GGD afgegeven signaal niet op waarde heeft weten te schatten. 

Ook apart. Op dit moment laat het college onderzoeken of de geluidsnormen voor festivals omlaag moeten. Afgelopen zomer waren er veel klachten over geluidsoverlast als gevolg van festivals. Het college realiseert zich blijkbaar niet dat omwonenden van De Dom zeven dagen van de week, vier en twintig uur per etmaal, onder “festivalomstandigheden” moeten leven.

Het is uitstekend dat het college de toegestane geluidsniveaus voor bijvoorbeeld festivals onder de loep neemt. Maar, voor omwonenden van de Dom is het wel compleet surrealistisch dat het college wel nadenkt over de toegestane geluidsniveaus voor bijvoorbeeld festiviteiten op het Domplein, terwijl het Domcarillon wel de hele nacht onbeperkt mensen uit hun slaap mag houden. Voor omwonenden van de Dom zou het logischer zijn als het gemeentebestuur het accent omgekeerd zou leggen, immers festiviteiten hebben een beperkte duur en houden je in de nacht niet uit de slaap.  

De slechte slapers worden van deze bestuurlijke dwalingen niets wijzer. Echter, de troostende gedachte dat het nachtelijke gebeier van de GGD en de afdeling Volksgezondheid van de gemeente ook wel een onsje minder zou mogen zijn komt mijn nachtrust al wel enigszins ten goede.

Het carillon-besluit

Wat blijft er nu over van het carillon-besluit van september 2017? Mijns inziens niet veel. Het besluit lijdt aan rechtsstatelijke bloedarmoede, immers er is geen inspraak en een bezwaarmogelijkheid aan belanghebbenden geboden. Het besluit deugt inhoudelijk niet, gemeentelijke milieuadviseurs, de GGD en de afdeling Volksgezondheid hebben het concept-besluit nooit kunnen beoordelen. Er is nooit getoetst aan het aspect “volksgezondheid”. Wat blijft er dan over? Een besluit slechts op basis van sentimenten.

Gevestigde partijen, ook in de Utrechtse gemeenteraad, zeggen te gruwen van populisme. Besturen, niet op basis van wetten, feiten en argumenten, maar vooral op basis van vluchtige sentimenten. Toen begin dit jaar de PVV aankondigde mee te zullen dingen naar raadszetels waren de gevestigde partijen er als de kippen bij om hier hun afschuw over uit te spreken: “een ondemocratische, populistische partij in de raad, ongehoord was het unanieme oordeel”. Welnu, als we kijken naar het sentimentele carillonbesluit van september 2017, mogen de raadsleden zich wel eens achter de oren krabben en zich afvragen of hun eigen immuunsysteem wel degelijk bestand is tegen het besmettelijke virus van het populisme.

In het jaar 2018 breekt bij de politiek steeds vaker het besef door dat het niet zo handig is om gezondheidsbedreigende gedragingen, gewoonten en tradities aan de mensen zelf over te laten. Steeds meer “goede tradities” staan ter discussie, onder druk of moeten zelfs in het geheel het veld ruimen. Het zijn me er nogal niet wat: afsteken van vuurwerk, gebruik van wegwerpplastic, roken in de openbare ruimte, studentenverenigingen die hun nieuwe aanwas vernederen, Zwarte Piet, zomertijd, zwaarlijvigheid, op jonge leeftijd alcohol drinken, sissen naar passerende vrouwen, door omstanders filmen tijdens ongelukken etc. Allemaal “goede tradities” die we tientallen jaren normaal vonden, maar nu aan banden leggen.

Zo zal het ook het nachtelijke gebeier vergaan. Ooit zal er een gemeentebestuur komen dat hier een streep doorheen haalt. Een wethouder die, of een college dat snapt dat het niet normaal of gezond is om bewoners van een binnenstad iedere nacht tientallen keren met gebeier te bestoken en op die manier uit hun slaap te houden.

Zo’n college zit er op dit moment niet. Integendeel. Het is voor de inwoners van Utrecht ronduit verontrustend te weten dat er nu een college zit dat blijkbaar signalen van deskundige partijen, zoals de GGD en de afdeling Volksgezondheid, niet op waarde weet te schatten, bijvoorbeeld dus over het nachtelijke gebeier.

Het aan banden leggen van gezondheidsbedreigende tradities wordt door velen als “overheidsbetutteling” gezien. Dat kan, wellicht is dat een legitiem standpunt. Het zijn woordspelletjes, anderen spreken over “beschaving” en/of voortschrijdend inzicht. Dat kan ook een legitiem standpunt zijn.

Hoe het ook zij, de één zegt: “het nachtelijke gebeier is een goede Utrechtse traditie”. Ik, en minimaal honderden oververmoeide en tot oordopjes veroordeelde binnenstadsbewoners met mij, zeggen: “in de nachtelijke uren slapen (of voor hen in ploegendiensten overdag) is een betere Utrechtse traditie”. Met z’n allen positief, gezond en uitgerust aan een betere stad werken, dat moet de belangrijkste traditie zijn.

(De GGD en de afdeling Volksgezondheid van de gemeente Utrecht hebben in hun informatieverstrekking over dit onderwerp met behoud van ambtelijke loyaliteit gestreefd naar maximale transparantie, waarvoor dank)