Louis Engelman – De vorige maand door Utrecht aangekondigde ‘opkoopbescherming’ om zoveel mogelijk bestaande koopwoningen beschikbaar te houden voor Utrechtse woningzoekenden gaat niet werken. Daarvan is lijsttrekker Gert Dijkstra van de nieuwe partij EenUtrecht overtuigd.

Hij gelooft niet dat de in zijn ogen ‘bescheiden’ bescherming genoeg is om het woningprobleem in Utrecht op te lossen. Bovendien vindt hij dat de gemeente als grondeigenaar zelf meedoet aan grondspeculatie en daarmee de vraag naar woningen verder opjaagt. EenUtrecht wil in maart meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen.

De gemeente zegt met de nieuwe maatregel te willen voorkomen dat particuliere beleggers de schaarse woningvoorraad opkopen en als gevolg nog meer bijdragen aan de schaarste en stijgende woningprijzen.
Het verbod houdt concreet in dat een woning met een lagere WOZ-waarde dan 440.000 euro tot vier jaar na aankoop niet mag worden verhuurd (met enkele uitzonderingen). Volgens het college betreft dit 60% van de Utrechtse woningvoorraad.

Om dit te realiseren zal de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019 moeten worden aangepast. Daarnaast wil het college het percentage van de jaarlijks te verloten vrijkomende sociale huurwoningen verlagen naar maximaal 10%. Ook wordt het gemakkelijker gemaakt om een woning met maximaal 3 personen te delen. Met deze maatregelen, die door de raad nog moeten worden goedgekeurd, wil het bestuur de huisvesting in de stad toegankelijker maken.

Volgens Gert Dijkstra is het een illusie te denken dat de zelfbewoningsplicht gaat gelden voor 60% van alle koopwoningen. ‘Helaas is dat niet de realiteit. Een snelle blik op Funda leert al dat minder dan 40% van de woningen wordt aangeboden onder de 440.000 euro. Bovendien zijn in de laatste vijf jaar de huizenprijzen in Utrecht jaarlijks met gemiddeld 12% gestegen. Dat betekent dat in twee jaar tijd de zelfbewoningsplicht nog maar geldt voor 25% van de woningen en niet voor de beloofde 60%.’

Gert Dijkstra. Foto: EenUtrecht

Er zal, meent Dijkstra, veel meer nodig zijn om de huizen betaalbaar te maken voor Utrechters. ‘Allereerst zal de zelfbewoningsplicht moeten gaan gelden voor alle woningen en voor een periode van 10 jaar. Daarnaast pleit EenUtrecht voor veel striktere eisen voor de woningmarkt, zoals maximale huur- en koopprijzen waardoor grondspeculatie niet meer loont.’
Ook stelt hij voor meer ruimte te geven aan goedkopere woonvormen, zoals wooncoöperatieven van bewoners zelf. En moet er ‘gericht worden gebouwd voor Utrechters die hier werken, studeren of willen blijven.’

Dijkstra verwijt het stadsbestuur – en met name wethouder Diepeveen (GL) – teveel rekening te houden met de wensen van vastgoedbeleggers en -ontwikkelaars, omdat die bij te veel eisen zouden mogelijk ‘weglopen’ en minder zouden gaan bouwen. ‘Die angst was en is onterecht. Als er één stad is die het zich kan permitteren om eisen te stellen aan de woningmarkt is het Utrecht wel, samen met Amsterdam.’