De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 93.

Louis Engelman - Als we praten over de economische gevaren voor Utrecht, dan valt een aantal keer het woord ‘gemakzucht’. Daar wordt ernstig voor gewaarschuwd. Want het feit dat het Utrecht momenteel goed gaat is nog geen garantie voor de toekomst.

Voorzitter Pieter Leyssius van de Utrechtse Ondernemers Sociëteit vindt in dat verband dat Utrecht te weinig internationaal gericht is. ‘Uit onderzoek blijkt’, zegt hij, ‘Utrecht doet het vooral met Utrecht’. Lokale connecties zijn er genoeg.

Leyssius: ‘Er is wel veel interactie met elkaar, maar de kans om meer internationaal te doen laat de stad liggen.’ Hij wijt dat aan een vorm van gemakzucht. ‘Het ging Utrecht in de afgelopen jaren voor de wind. De stad is de crisis goed doorgekomen. Maar dat komt vooral doordat de zorgsector is blijven groeien.’

Utrecht zou zich volgens hem ook veel beter moeten positioneren. ‘Zoals Eindhoven en Wageningen hebben gedaan. Die hebben duidelijke keuzes gemaakt. Eindhoven heeft voor ‘brainport’ gekozen. In Utrecht zou men zich kunnen profileren als de plek waar ‘zorg en dienstverlening’ bij elkaar komen.

Maar hoe dan ook móét er gekozen worden. Je moet je onderscheiden. Doe je dat niet, dan krijg je het V&D-effect. Een buitenlandse investeerder vraagt dan: waarom zou ik in Utrecht investeren? Je hebt dan geen economisch antwoord.’

Leyssius zet om die reden nu nog vraagtekens bij delegaties zoals naar Taiwan. ‘Je moet echt een duidelijk verhaal hebben en laten zien wat de toegevoegde waarde is.’

Een soortgelijke waarschuwing komt uit de mond van Floris de Gelder, tot voor kort directeur van het Utrecht Science Park. Ook hij onderstreept dat Utrecht zich zal moeten onderscheiden, zowel in Nederland als daarbuiten. ‘Bijvoorbeeld door hét centrum voor oncologie te worden. Of door stamcelonderzoek. Of door het onderzoek van virussen in de relatie tussen mens en dier, zoals vogelgriep en q-koorts.’

‘In al die dingen zijn we goed in Utrecht’, zegt hij. ‘We hebben op die gebieden heel veel potentie. Dat moeten we uitbouwen. Dus hard werken en niet vadsig worden omdat het toch allemaal wel loopt. Ik denk overigens dat we dat kunnen. Daar ben ik optimistisch over.’

Onderzoek bij Nutricia Research. Foto Danone

Volgens De Gelder zal er in Nederland ook onderling meer moeten worden samengewerkt. ‘Stuur niet allemaal je eigen handelsmissie naar China. Dat werkt niet. Want op de schaal van de wereldeconomie wordt Nederland gewoon als één stad gezien.’

Hans Spekman (oud-PvdA-wethouder) is er eveneens van overtuigd dat de stad op een aantal terreinen moet willen excelleren. ‘Je ziet dat Eindhoven Utrecht momenteel passeert op het terrein van bedrijvigheid en creativiteit. Utrecht heeft dan wel het voordeel van de centrale ligging, maar dat hoeft niet altijd zo te blijven. Je ziet nu al meer een verschuiving naar het zuiden.’

Volgens Spekman zou de stad bijvoorbeeld nog meer ruimte kunnen maken voor de ‘bio-based-economy’ op het Utrecht Science Park, zoals nu gebeurt na de komst van Danone. ‘Die ontwikkeling kan je versterken. Maar belangrijk is: creëer geen eenzijdige economie. Je alleen richten op de dienstensector is heel kwetsbaar, Als stad mag je niet gemakzuchtig worden.’

Adviseur van de Kamer van Koophandel, Peter Ewalts, kiest in dit verband liever het woord ‘kansen’ dan gevaren. ‘Zeker bij de oudere generatie heerst een zekere gemakzucht omdat het bijna vanzelf gaat. Maar gelukkig komt de nieuwe generatie wel met allerlei nieuwe ideeën. Als stad moet je dat organiseren. We moeten de kansen grijpen, voor de uitdagingen gaan en niet blijven millimeteren over elke stoeptegel. Het Utrecht Science Park is zo’n voorbeeld van vernieuwing. En ook de gamingindustrie gaat in een hoog tempo door. Wat dat betreft heeft Utrecht economisch nog steeds een heel goede uitgangspositie.’

Volgende deel: ‘Bescheidenheid is belangrijkste bedreiging’