De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 73.

Louis Engelman - Al eerder hebben we geconstateerd dat er een duidelijke relatie is tussen de oude stad en een jonge kapitaalkrachtige bevolking. De ‘Atlas voor gemeenten’ stelt in 2015 vast dat die twee elkaar sterk aantrekken. Ook in Utrecht. Met name jongeren met een gemiddeld hogere opleiding wonen en werken graag in steden met een historisch centrum.

De makers van de Atlas vergeleken 50 grote steden met elkaar. Zij constateerden dat steden met monumentale panden, zoals Amsterdam, Maastricht, Haarlem en Utrecht erg in trek zijn en dat de huizenkopers voor dergelijke huizen gemiddeld 125.000 euro meer willen betalen. Zij voelen zich het gelukkigst in een authentieke woonomgeving.

Gemeenten met een geringere aantrekkingskracht zijn minder succesvol. Die hebben een lager opgeleide bevolking, lagere huurprijzen en hebben te maken met een toenemende vergrijzing.

De historische stad is daarmee weer helemaal terug. Dat constateerde ook het Planbureau voor de Leefomgeving. De trend uit de jaren zeventig en tachtig om – door de verloedering van de binnensteden - naar buitengemeenten en vinexwijken te verhuizen is gestopt. Het is nu haast niet meer te begrijpen dat zelfs Amsterdam tussen 1968 en 1985 een kwart van zijn inwoners verloor.

In dat licht bezien is het toch wel merkwaardig dat de woningcorporaties De Alliantie (Amersfoort) en Mitros (Utrecht) in hun beide binnensteden samen 152 monumentale panden willen verkopen. Die zijn in beheer bij de Stichting Stadsherstel. Voor 100 miljoen gaan ze de markt op. Tot nu toe kon je – ook met een smalle beurs – nog proberen voor een woning in zo’n monument in aanmerking te komen. Stadsherstel bood ze op zijn site aan, ook in de sociale huursector.

Columnist Bas Paternotte had er in het julinummer van Straatnieuws dan ook geen goed woord voor over. ‘Drie keer raden wie dat geld hebben: projectontwikkelaars en vastgoedbonzen. Nog eens drie keer raden wat die gaan doen met die woningen: de vrije markt opgooien. Kadestraal splitsen. Volgooien met onbetaalbare appartementen’. Hij zei zo’n voorstel wel van de VVD te verwachten, maar dat de SP hier ook achter staat noemde hij ‘onbegrijpelijk’.
‘Door deze bulkverkoop is er over een poosje helemaal geen ruimte meer voor Jan Modaal en eindigt het betaalbaar wonen in de binnenstad’, aldus Paternotte.

Wat doet dat met het imago van Utrecht? Dit plan lijkt me niet positief stemmend. Want hoe mensen over een stad denken blijk je flink te kunnen beïnvloeden. In veel steden gebeurt dat al. Het Utrechtse college nam twee jaar geleden het initiatief om met verschillende partners in stad en regio de activiteiten op het gebied van citymarketing te coördineren. Het beleidsmotto werd: ‘Utrecht maken we samen’.

In deze club werken met de gemeente actief mee: Utrecht Science Park, Economic Board Utrecht, Centrum Management Utrecht, Rabobank, Jaarbeurs, Corio (tegenwoordig Klépierre), Toerisme Utrecht, Cultuurpromotie Utrecht, Stichting Utrechtse Musea en het Utrechts Verbond. Onder de noemer ‘Utrecht Brand Netwerk’ willen ze de stad/regio een duidelijker profiel naar buiten toe geven. Om het Utrechtse merk aan te scherpen is zelfs inmiddels een heuse ‘merkenexpert’ aangetrokken.

Zeker is dat Utrecht nu al tot de meest populaire steden van ons land behoort. De Domstad staat in de ‘Atlas voor gemeenten’ op nummer 2 van de lijst van meest aantrekkelijke plaatsen om te wonen. En volgens de BBC behoort Utrecht tot de gelukkigste steden van Europa.

In een speciale bijlage over de stadsontwikkeling schreef de Holland Media Combinatie vorig jaar opgewekt dat er in Utrecht ‘ontzettend mooie dingen ontstaan’. Daarbij werd verwezen naar de ontwikkelingen in het Stationsgebied, de bouw van appartementen en het nieuwe muziekcentrum aan het Vredenburg en naar de Catharijnesingel waar deels het water weer in is teruggekeerd.

Dat Utrecht gewild is blijkt uit de te verwachten groei van de stad naar 400.000 inwoners in 2028 en twaalf jaar later zelfs 425.000. Leidsche Rijn moet de toename met 20.000 opvangen. Maar de overige 40.000 krijgen een plek in het oude deel van de stad. In een rapport over de ruimtelijke strategie kiest het college ervoor een groot deel hiervan in compacte bebouwingseenheden te realiseren. Dat zal in het Beurskwartier gebeuren en in de Merwedekanaalzone. Alleen al in de komende twee jaar worden er in Utrecht 12000 woningen bijgebouwd.

Volgende deel: Jongeren brengen andere sfeer in wijken