De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 64.

Louis Engelman - Misschien is centrale ligging van Utrecht wel de belangrijkste voorwaarde geweest voor haar huidige welvaart. Kruispunt van wegen, kanalen en sporen. Gemakkelijk om naar toe te gaan, maar even interessant om vanuit die plek producten en diensten te verspreiden.

De zware industrie profiteerde tot aan de jaren zeventig van de vorige eeuw van de vaarwegen (Merwedekanaal en A’dam-Rijnkanaal) en van de spoorverbindingen. De latere expeditiebedrijven beperkten het aantal te rijden kilometers efficiënt door zich in Utrecht te vestigen.
De Jaarbeurs kroop zo dicht mogelijk tegen het station aan, zodat bezoekers gemakkelijk via het openbaar vervoer naar de activiteiten konden komen. En de dienstensector trof voor de vergaderaars uit het hele land in de Domstad de perfecte locatie om met elkaar te overleggen.

Maar ook voor het winkelend publiek was Utrecht vanuit het hele land goed bereikbaar. Hoog Catharijne vormde daarin de aanjager. ‘Een dagje Utrecht in het Winkelhart van Nederland’ werd een populair uitje.

Omgekeerd besloten veel jonge afgestudeerden in Utrecht te blijven wonen, juist omdat vanuit deze stad de reisafstand – veelal per trein - naar hun werk acceptabel bleef. Van de tweeverdieners kon zo de één werk hebben in Amsterdam en de ander in Den Haag en was het mogelijk toch samen in bijvoorbeeld Wittevrouwen te wonen.

Het Utrechtse spoorknooppunt is mede daardoor steeds belangrijker geworden. Werd het eerste station naar gebruik van die tijd in 1843 aan de rand van de stad gebouwd, inmiddels vormt het een centraal punt in Utrecht. Met duizelingwekkende reizigerscijfers.

Dagelijks verwerkt Utrecht Centraal 265.000 reizigers en vertrekken er 900 treinen. Het zojuist gereedgekomen station is zelfs berekend op 360.000 reizigers per dag in 2030. Te vergelijken dus met een dagelijks bezoekje van de huidige Utrechtse bevolking.

Momenteel heeft Utrecht met 64 miljoen treinreizigers per jaar het drukste station van Nederland. Maar dat gaan er zeker nog meer worden. De ombouw tot Openbaar Vervoer Terminal, waarbij treinen, bussen, trams fietsers en voetgangers op elkaar worden afgestemd, houdt zelfs rekening met 100 miljoen reizigers in 2030. Het vloeroppervlak is daarop aangepast. Dit ging van 8.000 vierkante meter zes jaar geleden naar 25.000 nu.

De 420 miljoen euro die de verbouwing heeft gekost waren nodig om het in de loop van de jaren veranderde gebruik van het openbaar vervoer op te vangen. Economisch-geograaf Roderik Ponds wijst daarbij op een omgekeerde beweging vergeleken met de jaren zeventig. ‘Toen trokken veel mensen naar de Vinexsteden. Maar vervolgens kwamen ze op de wegen in de file te staan. Dat drukt op het gevoel van een acceptabele reistijd. Voor velen kan dat het laatste zetje zijn geweest om toch weer naar de stad terug te keren.’

Volgens Ponds spelen dergelijke overwegingen vooral een rol in jonge gezinnen. ‘Het is in de stad gemakkelijker om twee banen en het hebben van kinderen te combineren. Je fietst langs het kinderdagverblijf naar je werk. In feite is het leven in de stad daardoor eenvoudiger te regelen. Bovendien is de stad leuker.’

Dat laatste argument is, ontdekte hij, voor velen heel belangrijk. ‘Als het je niet uitmaakt waar je werkt, in Utrecht, Amsterdam of Arnhem, dan ga je je woonomgeving veel meer waarderen. Je stelt dan eisen aan de mate van gezelligheid, het aantal restaurantjes, sportvoorzieningen, bioscoop, muziektheater en schouwburg.’

Veel jongeren die in Utrecht studeerden zijn volgens Ponds gewend geraakt aan deze voorzieningen. ‘Die willen ze niet kwijtraken en dus blijven ze hier wonen. Wel met een grote druk op de stad tot gevolg. Leidsche Rijn helpt daarin veel, maar wie voldoende geld heeft blijft het liefst in de wijken rondom het centrum. Eerder zag je die ontwikkeling in Wittevrouwen en de Vogelenbuurt, nu in Lombok en Rivierenwijk.’

Karakteristieke bouw aan de Waalstraat in Rivierenwijk. foto: Nieuws030

Blogster over Utrecht, Nelleke Poorthuis, vertelt hoe zij en haar vriend indertijd een cirkel rondom het station trokken om te bepalen waar ze het beste konden gaan wonen. ‘We werkten allebei buiten Utrecht. Ik in Amsterdam, mijn vriend in Hilversum.’

Voor beiden was de Domstad daarmee de meest gunstige plek om zich te vestigen. Nelleke: ‘Je zit hier centraal. Binnen een uur ben je op je werk. Wij zijn allebei treinreiziger, hebben geen auto. En dan is Utrecht fantastisch. Je kunt ook gemakkelijk naar vrienden toe die elders wonen. Vanuit dit centrale punt is het niet moeilijk om relaties te onderhouden.’

Volgende deel: Utrecht ligt op nieuwe economische as in Nederland