De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 60.

Louis Engelman - Een belangrijke bijdrage aan het culturele leven in Utrecht werd in 2001 geleverd door de toenmalige politieke partij Leefbaar Utrecht. Die introduceerde de ‘Culturele Zondag’. Sindsdien zijn er elk jaar op verschillende zondagen allerlei evenementen georganiseerd, die bij de bevolking in de smaak vielen.

Afgelopen jaar werden er zes culturele zondagen gepland, variërend van de Nieuwjaarsduik, het 380-jarig bestaan van de universiteit tot het inmiddels klassiek geworden Uitfeest.

Op het gebied van de literatuur heeft Utrecht volgens kunstcriticus Jaap Röell eigenlijk altijd een vrij bescheiden rol gespeeld. ‘Utrecht was en is vooral een stad van de dichters’, meent hij. ‘Zeker in de jaren twintig en dertig.’
Dat waren overigens geen dichters die sterk uiting gaven aan hun levensvreugde. Röell:  De woorden ‘zwaarmoedig’ en ‘weemoedig’ kwamen nog al eens voor. Soms is dat nu nog wel zo, maar die sfeer is niet meer kenmerkend voor Utrecht. Eerder wordt de stad nu bezongen.’

In die opwaartse beweging heeft Utrecht besloten zich dit jaar te kandideren als ‘UNESCO City of Literature’. Wethouder Diepeveen van cultuur heeft daarvoor in januari het ‘bidbook’ gepresenteerd. Mocht Utrecht deze competitie winnen, dan wordt dit eind van dit jaar bekend gemaakt.
Misschien een mooi moment tijdens de Nacht van de Poëzie, de dichtersmarathon die door Jaap Röell ‘een fantastisch evenement’ wordt genoemd. ‘Vooral voor jongeren. Die leren daardoor om naar gedichten te luisteren en ze worden getriggerd door de performances. Ik zie dat voor hen als een mooie leerschool.'

Nacht van de Poezie in TivoliVredenburg in 2016. Foto: Ton van den Berg

Maar Röell aarzelt met een antwoord als hem de vraag wordt gesteld of Utrecht op kunstgebied landelijk een rol speelt. Kiest dan toch de positieve kant. ‘In de internationale bladen staan we bekend om het algemene culturele karakter: fietsstad, studentenstad, hoogwaardige intellectuele stad. Het conservatorium is er nog en de HKU kent ook goede lichtingen. En kijk naar de vele beelden in Utrecht. Die hele entourage is van belang.’

Paul Schnabel, socioloog en voormalig directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, is het daar wel mee eens. ‘Utrecht heeft heel lang een eigen cultureel aanbod gekend’, zegt hij. Met arthouse-bioscopen, experimenteel toneel en muziek. En we hebben nog steeds een goed conservatorium.’

Ook hij vindt dat het culturele aanbod in de loop der jaren sterk is verbreed en veel internationaler geworden. ‘Maar cultureel staat Utrecht absoluut nog in de schaduw van Amsterdam’.

Wel noemt Schnabel het een vooruitgang dat er veel meer op de wensen van de jongeren wordt ingespeeld. ‘Kijk naar het nieuwe Tivoli. En naar de nieuwe bioscopen. Vroeger was cultuur in Utrecht toch vooral op de elite gericht.’

Volgende deel: TivoliVredenburg financiële slokop