De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 53.

Louis Engelman - In de vorige aflevering gaf oud-raadslid Hans Versnel (PvdA) voor de stedelijke vernieuwing van Utrecht vooral de credits aan het CDA. Maar oud-wethouder Jaap Zwart van die partij beziet die ontwikkelingen liever in een breder perspectief. ‘De politiek heeft de vernieuwing van de stad niet geïnitieerd’, zegt hij. ‘Het was vooral de nieuwe Europese sfeer die het leefklimaat weer dominant maakte. Hooguit kan je zeggen dat de politiek de verbeteringen heeft geaccommodeerd.’

Volgens Zwart is de waarde van de middeleeuwse stedelijkheid in het verleden lang niet voor iedereen vanzelfsprekend geweest. ‘Maar het is wel de jus. Het monumentale Utrecht, de werven, de parken. Die geven de stad zoveel extra in combinatie met de horeca. Dat geheel maakt dat de bewoner vertrouwen heeft in zijn stad. Hij apprecieert dat en wil er daarom graag wonen.’

De lokale ondernemers hebben daar, aldus Zwart, overigens maar beperkt aan bijgedragen. ‘Dat kwam mede door het stadsbestuur. De ondernemers voelden zich niet thuis in Utrecht, niet veilig. Daarnaast was er ook veel eigen belang van die kant, altijd gezeur over de bereikbaarheid.’

Oud-stadsarchitect van Utrecht, Jan Jansen, wil toch een ander geluid laten horen. Hij is een stuk positiever over de rol van het stadsbestuur in het veranderingsproces van Utrecht. Jansen: ‘De politiek heeft zeker wel een bijdrage geleverd aan de groeiende welvaart van Utrecht. Met name door de stadsvernieuwing.’

In de visie van Jansen heeft het bestuur ‘altijd aandacht gehad voor het vitaal maken van de stad’. Hij vindt dat je dat ‘zelfs kunt stellen voor de vroegere doorbraakplannen’. Al moet hij wel erkennen dat sociaaldemocraat en PvdA-wethouder Theo Harteveld (1962-1977) zich in eerste aanleg duidelijk heeft laten verleiden door de economische belangen van grote bedrijven. Harteveld was politiek de drijvende kracht achter de bouw van Hoog Catharijne.

‘Maar daar is hij op teruggekomen. Hij werd naderhand zelfs voorzitter van de Monumentencommissie. Dat kan je wel een ommezwaai noemen. Hij ging anders naar de stad kijken en wilde niet meer over de bevolking heen walsen.’ Volgens Jansen zocht Harteveld naar oplossingen die door de bevolking werden gedragen. ‘Dat was de democratische legitimatie.’

Ook Vincent Oldenborg (oud-raadslid Leefbaar Utrecht) gelooft dat de invloed van de politiek effectief is geweest op het terrein van de woningbouw en stadsvernieuwing. Veel meer zag hij de onmacht bij het verdwijnen van de zware industrie uit Utrecht. ‘Daar kon de lokale politiek niets tegen doen. Dat was een gevolg van mondiale veranderingen.’

Volgens Oldenborg heeft de raad het op dit punt tot halverwege de jaren negentig ‘redelijk laten lopen’. ‘De discussies gingen meer over het behoud van werkgelegenheid dan over het binnenhalen van nieuwe arbeidsplaatsen.’

Vincent Oldenborg. Foto: gemeente Utrecht

Oldenborg is ervan overtuigd dat Utrecht tot haar geluk in die tijd veel profijt heeft gehad van haar centrale ligging in het land. ‘Daardoor verschoof de werkgelegenheid naar de dienstensector. Pas later is de stad een meer actieve rol gaan spelen, zoals bij de ontwikkeling van Papendorp.’

Hans Spekman (oud-wethouder PvdA) denkt dat die centrale ligging voor Utrecht inderdaad van levensbelang geweest. Hij vindt dat de politiek daar goed gebruik van heeft gemaakt. ‘Zonder dat zou Utrecht na het verdwijnen van de zware industrie een groot probleem hebben gehad.’

Spekman gelooft dat de Jaarbeurs het daarom zo goed heeft gedaan. ‘Pal naast het station’. De keerzijde was wel, zegt hij, dat je om economische winst te maken een goede bereikbaarheid moest creëren. ‘Dus veel auto’s in de stad.’

Volgende deel: ‘Invloed van de pers is minder geworden’