De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 28.

Louis Engelman - Is de stadsvernieuwing uiteindelijk een succes geworden? En heeft ze bijgedragen aan de huidige welvaart van de stad?

Voormalig stadsarchitect Jan Jansen is daarvan overtuigd. Hij wijst op het behoud van buurten die anders waren afgebroken. ‘Lombok werd vroeger gezien als niet te redden. Maar de stadsvernieuwing heeft ook daar gewerkt. Nu zie je er een mix van bewoners en is het een heel populaire wijk geworden.’

Oud-wethouder Jaap Zwart (CDA) is van mening dat ‘het volk’ de stad opnieuw heeft uitgevonden. ‘De politiek heeft dit alleen maar mogelijk gemaakt.’ Stadsvernieuwing betekende, zegt hij, niet alleen maar het verbeteren van de woningvoorraad in een wijk. ‘De zelfredzaamheid in de buurten werd er door versterkt. Er ontstond bovendien weer ‘waardeverwachting’, het werd weer aantrekkelijk om daar te gaan wonen. In die zin is in Utrecht stadsvernieuwing gecombineerd met de aanpak van sociale achterstanden in wijken zoals Zuilen en Lombok.’

Jaap Zwart, oud-wethouder Wonen. Foto: archief

Zwarts' voormalige collega, oud-wethouder Ad van Hassel (PvdA) onderschrijft dat. ‘De stadsvernieuwing heeft’, zegt hij, ‘sterk bijgedragen aan het welbevinden van de burgers in hun wijken. Er is een groot verschil op te groeien in een verpauperde wijk of in een buurt die er goed uitziet en waar goede scholen staan.’

Het gevolg daarvan was, aldus bewonersondersteuner Jos Kloppenborg, dat de mensen besloten niet meer weg te trekken naar randgemeenten maar in de stad bleven wonen. ‘Er werd een sfeer gehandhaafd die men prettig vond. Zo ontstonden er allerlei nieuwe creatieve ideeën. Dat leidde tot een betrokkenheid met de wijk, die tegelijkertijd wervend werd voor nieuwe jonge bewoners. Op z’n eigen wijze. Dit was geen Amsterdam of Rotterdam, maar Utrecht.’

Volgens Kloppenborg hebben de studenten daarin een belangrijke rol gespeeld. ‘In de periode dat Utrecht weer op adem kwam van alle ingrepen werd het evenwicht in de stad hersteld. Door de continue stroom van studenten die hier bleven wonen vond er een transformatie plaats van werk- naar kennisstad. Zij vormden de grootste motor van de verandering.’

Utrecht is daar absoluut mee opgeschoten, vindt ook oud-UN-journalist Dick Franssen. ‘Wijken die op de nominatie stonden te worden afgebroken zijn behouden. Hun karakteristieke sfeer is grotendeels behouden, ook al wonen er nu veel meer hoog opgeleiden.’

Franssen zegt dat niet erg te vinden. ‘Want die buurten zijn voor de stad heel belangrijk geworden. Neem de Vogelenbuurt, Wittevrouwen en  Lombok. Daar zitten de vernieuwers, de ICT-ers en ZZP-ers. Zij geven nieuwe impulsen aan de stad. Ze dragen economisch en op het gebied van vrije tijd en creativiteit veel aan de stad bij. Gelukkig konden zij in die wijken een huis vinden, anders waren ze uit Utrecht vertrokken.’

In de visie van Franssen is de ring van wijken rondom het centrum daardoor net zo belangrijk voor een goed verblijfsklimaat als de binnenstad zelf. ‘Dat zie je ook in Amsterdam terug. Het zijn de gewilde wijken rondom het stadshart waar dit soort mensen willen wonen.’

In zijn boek ‘Dertig jaar stadsontwikkeling in Utrecht’ schrijft stedenbouwkundige Kees Visser dat de kwaliteit van woningen in de stad stelselmatig op peil is gebracht. ‘Daardoor zijn er aan het eind van de stadsvernieuwingsperiode, halverwege de jaren negentig, vrijwel geen krotten meer in de stad en is het beeld van de stad niet ernstig aangetast.’ Visser is er blij om dat ‘het geheugen van de stad’ bewaard is gebleven en dat haar geschiedenis nog goed aan de bouw is af te lezen.

Tegen de eeuwwisseling bereikte de periode van stadsvernieuwing haar einde. De Dienst Wijkbeheer en Stadsvernieuwing ging Dienst Wijken heten. De speciale aanpak voor woningverbetering was afgerond, maar werd vervolgd door ‘een continu proces’.

Volgende deel: Invloed krakers ‘bescheiden’