Sportjournalist Ton de Ruiter legt sportieve verbanden tussen heden en verleden, dit keer over 60 jaar betaald voetbal in Utrecht.

Vrijdag 26 september opent in het Nederlands Volksbuurt Museum aan de Waterstraat de tentoonstelling ‘60 jaar betaald voetbal in Utrecht’.

Het begint in 1954. In Bern wordt Duitsland wereldkampioen voetbal door in de finale Hongarije met 3-2 te verslaan. Helmut Rahn maakt in de finale twee doelpunten tegen de Hongaarse wonderploeg met Koscics, Hidegkuti en Puskas.

Het Nederlands elftal behoort in Zwitserland niet tot de deelnemers. Oranje zit in een dip en de oorzaak is bekend. We kunnen niet winnen van de buitenlandse professionals en de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond weigert betaald voetbal in te voeren. Voor- en tegenstanders vliegen elkaar in de haren. Een afsplitsing dreigt en het wordt een hete zomer.
   
Voor Utrecht begint het geweldig. In 1917 is UVV met de internationaals Jan Vos en Wout Buitenweg kampioen geworden in de eerste klasse. Het duurt 37 jaar voor die prestatie wordt herhaald. DOS speelt in de eerste klasse B met VSV (Velsen), Go Ahead (Deventer), Blauw Wit (Amsterdam), Volewijckers (Amsterdam), Vitesse (Arnhem), Rigtersbleek (Enschede) GVAV (Groningen), EDO (Haarlem), Heerenveen, Sportclub Enschede, Sneek en ’t Gooi (Hilversum). ‘De geeltjes’ zijn bij winst tegen Blauw Wit kampioen.

In de week van de beslissende wedstrijd ziet het zwart van de mensen op de trainingen. Op de dag van de wedstrijd is stadion Galgenwaard een heksenketel. DOS komt met 2-0 voor door Louis van den Bogert en Dirk Lammers, maar rekent zich te vroeg rijk. Bij 2-2 maakt Ton van der Linden 29 seconden voor tijd de bevrijdende derde treffer. Het grote Utrechtse voetbaltalent heeft twee jaar eerder op 19 jarige leeftijd zijn debuut gemaakt in het eerste. Op 14 september 1952 laat trainer Jaap van der Leck hem in Heemstede invallen tegen RCH.

UVV moet in 1917 Go Ahead voor laten gaan in de kampioenscompetitie en dat overkomt DOS ook. DWS, Eindhoven en PSV zijn de kampioenen in de eerste klasse A, C en D. In Amsterdam tegen DWS wordt het 3-3 met Utrechtse doelpunten van Henk Temming, Gerrit Krommert en Ton van der Linden.

Thuis tegen Eindhoven zorgt Toon Westbroek voor de 1-1. Na verlies op eigen veld tegen PSV (0-3) lijkt de Utrechtse droom voorbij, maar overwinningen uit tegen de Philips-ploeg (1-2, doelpunten Wim Visser en Cor Luiten) en DWS (3-0, doelpunten Luc Flad, Dirk Lammers en Cor Luiten) brengt de ploeg van trainer Louis Pastoor terug in de race.

Hans Kraay sr.

De beslissing moet op 27 juni vallen in de uitwedstrijd tegen Eindhoven. In het Utrechtsch Nieuwsblad van die maandag lezen we dat Henk Temming uitblinkt, de motor van de ploeg Wim Visser stroef draait, Hans Kraay, Joop van Basten en Toon Westbroek zwoegen als paarden en dat Luc Flad voor het enige doelpunt zorgt.

Eindhoven heeft Noud van Melis in de punt van de aanval, zoon van een herbergier uit Tongelre die het in het Nederlands elftal goed kan vinden met Abe Lenstra. Noud maakt drie doelpunten en bezorgt Eindhoven de landstitel. Twee jaar later zal hij als speler van Rapid JC ook Elinkwijk dwars zitten in de strijd om het voetbalkampioenschap van Nederland.

Tijd om de wonden te likken heeft DOS niet. De Profclub Utrecht is opgericht en de bestuurders van die organisatie staan met aantrekkelijke aanbiedingen op de stoep bij de voetballers van de kampioensploeg. Wie durft? De KNVB legt de spelers die de overstap maken een levenslange schorsing op. Maar het geld is aantrekkelijk.

Louis van den Bogert waagt de gok en treft bij de profclub spelers die bij DOS geen basisplaats hebben, doelman Pindus, Oliekan en Sluyk. Job Gademans komt over van Velox, Teus van Rheenen van Zeist, Wout Heinen van Spakenburg en om aan een elftal te komen moet de bestuurders van de profclub winkelen buiten de provincie, onder andere de vader van Ruud Krol tekent.

Ook Henk Temming tekent maar dan zitten de KNVB en de bestuurders van de wilde bond al aan de tafel. Wim de Jongh speelt in het elftal van Elinkwijk dat in 1951 naar de eerste klasse promoveert. Ook hij maakt de gewaagde overstap naar de Profclub Utrecht.

De Jongh: ,,Ik was natuurlijk bang voor de gevolgen, op een langdurige schorsing zat ik niet te wachten. Maar ik voelde dat de KNVB het betaalde voetbal niet kon tegenhouden. Spijt heb ik nooit gekregen, een onvergetelijke periode met al dat publiek langs de lijn en de geestdriftige reacties op straat. Je voelde dat de bond de slag zou verliezen.’’

Op 4 september speelt de profclub zijn eerste wedstrijd. Het gebeurt op het veld van RUC, dat gelegen is in de gemeente Jutphaas. In de stad wil niemand uit angst voor sancties van de KNVB zijn veld verhuren. Fortuna’54 met Frans de Munck, Jan Notermans en Cor van der Hart in de gelederen is de tegenstander. 9000 toeschouwers omzomen het veld.

Frans de Munck

Op 13 november wordt de ‘Vrede van Utrecht’  tussen de KNVB en de Nederlandse Beroeps Voetbalbond getekend. De plannen zijn voorbereid in een slaapkamer van hotel Terminus. Nederland gaat over op betaald voetbal.

Afgesproken wordt dat de profclub Utrecht fuseert met Elinkwijk. De leden van die club stemmen op de vergadering in het Pastoor Schiltehuis positief, hoewel nipt: 84-83. Voor DOS-international Louis van den Bogert is het gevolg dat hij plots in een blauw-wit shirt speelt, voor Wim de Jongh is het een terugkeer op het oude nest.     

De profclub Utrecht speelt in 1954 tussen september, oktober en november acht wedstrijden:
1. Utrecht – Fortuna 4-4, doelpunten Teus van Rheenen (3), Jan van Capelle.
2. Alkmaar – Utrecht 2-1, doelpunt Teus van Rheenen
3. Utrecht – Twente 3-1, doelpunten Teus van Rheenen (2), Kuki Krol
4. Rotterdam – Utrecht 4-2, doelpunten Roel van Dijk (2)
5. Den Haag – Utrecht 4-2, doelpunten Otto Blom, Wim de Jongh
6. Rapid – Utrecht 2-3, doelpunten Nieuwenhuys (2), Oliekan
7. Utrecht – Venlo 2-3, doelpunten Jan van Capelle, Wim de Jongh
8. Fortuna – Utrecht 6-3, doelpunten Jan van Capelle, Eef Westers, eigen doelpunt Cor van der Hart
Eindstand: 1. Fortuna, 2. Amsterdam, 3. Alkmaar, 4. Rotterdam, 5. Rapid, 6. De Graafschap7. Den Haag, 8. Venlo, 9. Utrecht, 10. Twente