Maandag 18 augustus is het een jaar geleden dat Mario Nistro overleed. De naamgever van het beroemde Utrechtse broodje wordt herinnerd door zijn broer Gerry Nistro.

Door Ton van den Berg

"We missen Mario heel erg..." Gerry Nistro valt even stil en zoekt met zijn ogen naar zijn sigaartje. Als hij het stompje ziet liggen op de koelkast pakt hij het en neemt er een stevige trek van. Hij blaast de rook omhoog uit en zucht. "Het is maandag alweer een jaar geleden."

Mario Nistro in zijn bakkerij. Foto: Jan Jansen

Vorig jaar op 18 augustus overleed Mario Nistro op 73-jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Hij staat beter bekend als de bedenker en naamgever van het broodje Mario. Maar er is ook Gerry Nistro, 64 is hij nu en in 1970 kwam hij samen met zijn oudere broer Mario naar Utrecht.

"We speelden samen in een band: Ai Nuovi Cardinali ", vertelt Gerry. "Hij speelde drums en ik de basgitaar. In Italië speelden we vaak in nachtclubs, maar daar kwam de klad in, er was steeds minder werk. En op een dag was er een man die ons een contract aanbood om te spelen in een nachtclub in Utrecht, in Limburgia."

De band Ai Nuovo Cardinali met de gebroeders Nistro. Foto: familie Nistro

In Utrecht speelden ze in de 'cabaret-dancing' in de Lange Elisabethstraat hun repertoire van populaire muziek tussen de goochelshows en stripteases door. "We sliepen boven Limburgia. Mister Kok, de eigenaar, rekende daar 1 gulden voor. 1 gulden! Of hij echt Kok heette weet ik niet, we noemden hem altijd mister Kok."

Gerry glimlacht, de herinneringen aan toen doen hem goed, zegt hij. "Weet je", zegt hij met zijn handen in de lucht gebarend: "We hadden de eerste de beste keer dat we in Utrecht waren al meteen problemen want onze auto stond op het Vredenburg geparkeerd, maar toen we daar zaterdagochtend kwamen was de auto weg en stond er een markt. Ja, wisten wij veel van die markt! Ik weet nog wel dat er consternatie was bij ons allemaal. We dachten dat de auto was gestolen, maar die was dus door de gemeente weggesleept."

Na korte tijd vertrokken de broers weer met de andere bandleden, terug naar Italië. "Mister Kok betaalde te weinig. Maar we waren nog niet terug in Italië of hij liet weten dat hij bereid was meer te betalen. Hij wilde ons per se nog hebben. We hebben toen een contract van twee maanden gekregen."

Overdag keken de broers Mario en Gerry rond in Utrecht en het leek ze wel wat dat stadje in het noorden. En wat de muziek business betrof, ze hadden allebei wel door dat daar geen toekomst meer in zat. Ook in Limburgia liep de clientèle hard terug.

"Om wat bij te verdienen gingen we overdag voor iemand anders in een kraampje pizzastukjes, pasta's en Italiaanse producten verkopen. Zo is het begonnen. En zo kwamen we er ook op om broodjes te verkopen. Die bakten we zelf en belegden we met kaas en salami, groentesliertjes en een peper. In het begin verkochten we er één en later twee, vier en toen zes en meer en meer."

Gerry zwaait met zijn armen: "Meer en meer broodjes. Het was altijd: broodje, broodje meneer Mario en zo werd het broodje Mario."

Het broodje werd beroemd, niet alleen in Utrecht, ook daarbuiten wordt als het over Utrecht gaat het broodje Mario genoemd. "Ze komen niet voor de Dom", zegt Gerry. "Eerst het broodje en daarna pas de Dom."

De echte liefhebbers van broodje Mario nemen vaak nog een extra pepertje op hun broodje. Dat was in de begintijd van het broodje wel anders, weet ook Gerry nog. "De peper zat er standaard op, maar veel mensen gooiden het weg, zo de straat op. We kregen daar vaak klachten over. Ken je muziekhandel Wagenaar nog aan de Oudegracht? Als het regende stonden mensen daar in de protiek hun broodje te eten, maar de pepers lieten ze er op de grond liggen. Wagenaar kwam dan woest naar ons toe, dat we dat moesten opruimen."

Mario en Gerry openden later ook een restaurant in een kelder aan de Oudegracht: Il Pozzo. De kelders lopen door onder de panden aan de Vinkenburgstraat. Dat wisten de Nistro's niet, maar ontdekten ze wel want ze sloopten muurtjes en daarachter kwamen totaal nieuwe gewelven tevoorschijn.

"Die kelders hebben we allemaal leeg gemaakt. Ze lagen vol puin. Dat ging een tijdje door totdat we door kregen dat het niet zomaar kon. Ik geloof dat we bij het laatste muurtje dat we af wilden breken de Neudeflat naar beneden zou zijn gekomen. Ach, toen is de gemeente er bij gekomen. Die ambtenaren konden ons wel schieten, als ze later de naam Nistro hoorden gingen er alarmbellen af."

Gerry bij de bakoven. Foto: Ton van den Berg

Vijf jaar geleden begon Gerry zijn eigen kraam met broodjes Mario aan het Janskerkhof. Dit is nu zijn stek. De andere kramen horen toe aan de zoons en kleinzoon van Mario. "Maandag ben ik gesloten", zegt Gerry. "Ik wil dan naar de Catharijnekerk. Ik probeer al een paar dagen de priester te bereiken want ik zou het mooi vinden als hij een mis aan Mario kan opdragen."

Wat is zijn beste herinnering aan Mario? Gerry: "Dat we hard moeten werken", reageert hij direct. "Het was altijd: werken, werken, doorgaan, creëren. Vakantie? Nu niet, volgend jaar! En het volgende jaar was het precies hetzelfde."