Het Volksbuurtmuseum in de Waterstraat had al een tegeltableau van de voormalige bakkerij Do Schat, en sinds kort is er nu ook een klein dagboekje van vader Do en moeder Dit Schat uit de oorlogsjaren aan de collectie toegevoegd. Ook is er een boek, met begeleidende teksten, van gemaakt dat nu verkrijgbaar is in de boekhandel.

Het dagboekje werd afgelopen vrijdag overhandigd aan het Volksbuurtmuseum door Puck Schat, achterkleindochter van de vermaarde bakker die bekend stond om zijn beroemde volkoren brood en die tussen 1923 en de jaren negentig een klein bakkersimperium opbouwde (met meer dan twintig winkels verspreid over de hele stad).

Volksbuurtmuseum-directeur Albert van Wersch ontvang het dagboekje van Do en Dit Schat van Puck Schat. Foto: Ton van den Berg

Lange tijd was het bestaan van het dagboekje onbekend bij de familie. Pas na het overlijden van Dit Schat werd het gevonden. Een klein kasboekje is het en zo heel veel tekst staat er niet eens in. Het zijn precies 39 (kleine) pagina's met aantekeningen, de eerste is van 28 september 1938.

En een dagboek is het eigenlijk ook niet. Soms worden hele jaren overgeslagen. Het lijkt er meer op dat het boekje wel eens een uitlaatklep is, een om stoom af te blazen als het gaat om het wereldnieuws met dreigingen van oorlog. De ontwikkelingen in de wereld worden dan volop beschreven.

Ook is het boekje er om stoom af te blazen van de spanningen in een familie. Als de kinderen (liefkozend soms 'de schatjes' genoemd) ziek zijn worden daar de zorgen over geuit, en als een onderwijzeres van de Maliebaanschool, waar alle zes kinderen les krijgen, overlijdt krijgt dat de nodige aandacht. Maar haar dood op 5 mei 1940 wordt ook in een perspectief gezet want schrijft Dit op die dag: 'Wie zal zeggen voor hoeveel leed ze bewaard is, want het wordt in ons Europa steeds donkerder'. Vijf dagen later zouden de Duiters Nederland binnenvallen.

De eerstvolgende aantekening is gedateerd 1 november 1941. Het boekje moet in een lade zijn verdwenen om het daarna nog negen keer terug te vinden, op 10 april 1945 is de laatste aantekening te lezen. Daarin uit Do zijn ongenoegen over de prijzen die men op de zwarte markt voor eten durft te vragen zoals 130 gulden voor een pond boter.

Uit de aantekeningen tussen 1941 en 1945 is op te maken dat de familie Schat z'n uiterste best doet om anderen te helpen. Veel mensen komen aan de deur vragen om eten: 'Wij doen wat we kunnen om de mensen te helpen'. Hoe Do dat doet komen we echter niet te weten.

En over echt ingrijpende familiezaken tijdens de oorlog schrijft het echtpaar slechts bijzinnen. Do meldt tussen neus en lippen door, en pas een jaar na dato, dat hij zeventien dagen heeft vastgezeten in Kamp Amersfoort en daar meer dan 8 kilo is afgevallen ('Zoo is de vetpot daar').

Over het hoe en wat van Kamp Amersfoort vertelt hij niets. Via een begeleidend artikel van Astrid Schat (kleindochter) in 'Het oorlogsboekje van Do Schat, bakker te Utrecht' begrijpen we dat hij was gevangen genomen omdat hij witte bonen, een schaars artikel, had gebruikt om namaakspijs van te maken.

Voor de familie Schat is het dagboekje van onschatbare waarde. Hun ouders en grootouders blijven zo voortleven en dat wordt gevierd met de uitgave van het dagboekje dat veel mooie foto's bevat die herinneren aan de familie en de bakkerij Do Schat. Alleen jammer dat in de biografie staat dat de bakkerij in 1966 werd verkocht aan Bakkersland. Dat was pas in de jaren negentig, we hebben in Utrecht nog veel langer het volkorenbrood (geheim recept) van Do Schat gegeten.

Het boek 'Het oorlogsboekje van Do Schat, bakker te Utrecht' is te koop voor 10 euro in de boekhandel en bij het Volksbuurtmuseum.

In het Volksbuurtmuseum is nu een expositie te zien over het dagboekje en de familie Schat. Voor openingstijden klikhier.

Binnenkort verschijnt ook een dvd met daarop een documentaire over het dagboekje.

Het dagboekje is te zien op de expositie in het Volksbuurtmuseum. Foto: Ton van den Berg