Jeroen Wielaert - In Parijs-Roubaix stond een oude bekende langs een kasseistrook. Hij was alleen, peinzend wachtend op de renners. Ze zouden in stofwolken langs hem heen vliegen, gevolgd door Christian Prudhomme die vanuit het dak van zijn rode directiewagen vrolijk lachend naar hem zwaaide. Het was een sympathiek eerbetoon aan Jean-Marie Leblanc, zijn sinds tien jaar gepensioneerde voorganger, 72 inmiddels, inwoner van het naburige Fontaine-au-Bois.

Ik had mijn volgauto neergezet in het knollenveld, was naar Leblanc toegelopen. Na het handen schudden zei hij: ‘Jullie hebben ons wel tien jaar bezig gehouden met de Tour. En met succes…’

Leblanc haalde een kei van een woord aan: ‘C’était la tenacité.’ Zo zien Tourbazen het graag: die vasthoudendheid. Het blijft de kern van een mondiale stap voorwaarts voor Utrecht.

Een aantal weken voor de opening van het klassieke wielerseizoen was ik bij de opening van de foto-expositie van good-old Max Tosseram, in het klassieke stadhuis aan de Ganzenmarkt. Burgemeester Van Zanen sprak een sympathiek openingswoord. Na de bezichtiging van Max’ werk kwam het gesprek bij de glazen en de nootjes onvermijdelijk op de Tour. Het was alweer twee jaar geleden dat de culturele Tour-aanloop van 100 dagen begon.

Van Zanen zei: ‘Het heeft blijvend effect. Waar ter wereld we ook komen, beginnen ze tegen ons over de Tour.’

Niemand anders dan de burgemeester kon zo beter uitdrukken wat die unieke Grand Départ heeft betekend voor de organisatiekracht en de promotie van de voorheen onbekende, lome provinciestad in het midden van de Lage Landen.

Nu dan de optie Vuelta, start van de Ronde van Spanje in Utrecht. Ik merk dat het enthousiasme daarvoor vooralsnog geen Olé-vormen heeft aangenomen. Dat is jammer. In 2009 was ik bij het Nederlandse debuut van de Vuelta. Het stond vol mensen, van Assen naar Zutphen tot op de Cauberg, voor het verlaten van Nederland. Koersdirecteur Javier Guillen kreeg telefoontjes uit Spanje: ‘Blijf in Nederland! Nog nooit zoveel mensen langs de weg gezien.’

Op dat punt hoeft Guillen geen enkele zorg te hebben over een vertrek uit Utrecht. Het wordt weer een feest. Onder de Dom zal het alleen niet zo mirakels zijn als de eerder voor volslagen onmogelijk gehouden start van de Tour de France.

Ik steun Cor Jansen en het BPU graag met hun tappa-lobby, maar na 2020, als de Vuelta uit Utrecht is vertrokken lijkt me dat het klaar is met de Grote Ronden. Geen denken aan een herhaling van een Tourstart in 2025: zo legendarisch als 2015 wordt het nooit meer. Stel je toch voor dat de stad er vervééld van raakt. Je moet die dingen niet te vaak willen herhalen, ook vanwege het geld.

Maar toch.

In het wijzigende zelfbeeld denk ik aan een nieuwe uitdaging voor Utrecht als stad van kennis en cultuur. Er is getreurd over het mislopen van de status van Europese Culturele Hoofdstad 2018. Ze hebben daar nu in Leeuwarden hun handen aan vol, zonder te kunnen bogen op een wereldwielerstart.

Juist de Grand Départ van 2015 heeft mondiaal getoond hoeveel creativiteit er in Utrecht huist. In de stad zelf kwam het tot een ongekende binding van beschaving. Komende zomer beleeft Kassel weer een Documenta en Venetië een Biennale. Binnenkort wil ik met een paar vrienden op een paar bierviltjes en met passende tenacité peinzen over de mogelijkheden voor een vierjaarlijkse culturele Ultra.