Jeroen Wielaert - Het is weer tijd voor de verkiezing van de Utrechter van het jaar, uitgeschreven door AD/UN. Dit zal de mensen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag een zorg zijn, maar is elk jaaruiteinde weer een boeiende strijd in Utrecht.

Het gaat om de vraag welke m/v volgens de lezers het meest betekend heeft voor de stad. Ik heb zelf enige ervaring met de kandidatuur, meegemaakt dat liefdadigheid hoog scoort en dat er niet te winnen valt van Daphne Schippers, of Frans van Seumeren. Verlies dat makkelijk te nemen is.

Ik ga een aantal kandidaten na voor 2018. Een van de prominente kandidaten is Wesley Sneijder. Hij is een Bekende Utrechter met 131 caps voor Oranje, maar dat hij als international gestopt is lijkt me toch niet de meest opzienbarende prestatie van het jaar. Een andere topsporter is snowboardster Bibia Mentel. Ze won twee keer goud op de paralympics van Pyeongchang, na tien keer te zijn hersteld van kanker. Dat is aanmerkelijk hoger in te schatten.

De twee broers Jeroen en Bas Lindhout zijn genomineerd voor het redden van de kleine Alexander en zijn zusje Rosemarijn. Reddend werk is ook de inzet geweest voor kinderoncoloog Rob Pieters. Hij kreeg zijn centrum voor de behandeling van kanker. Belangrijke hulp aan de medemens wordt al jarenlang verricht door Sabiet Balwant-gir. Met haar man runt ze de Voedselbank Plus in Leidsche Rijn. Ries van Dijk was eerst tegen het AZC, maar zet zich nu graag in voor vluchtelingen – hartveroverende wending.

Dan zijn er nog twee vrouwen genomineerd in de sector cultuur. Violiste Janine Jansen, al voorzien van de Johannes Vermeer-prijs voor haar talent, inzet en toewijding. En Malgosia Fiebig, de stadsbeiaardier die Sting liet klinken uit de Domtoren en steun liet horen aan Waylon en de overleden Avicii.

Het is een heel moeilijke keuze, maar ik houd wel van vrolijkheid in en boven de stad, dus ik ga voor Malgosia.

Het deed me denken aan een minder opwekkende ontwikkeling in de Utrechtse cultuur. Als er een verkiezing zou zijn voor het Sneuste Museum van het jaar denk ik bij de drommen die nu het Centraal Museum binnen komen voor Caravaggio en zijn Utrechtse navolgers aan het MOA.

Ze hebben het een paar jaar dapper volgehouden in dat landhuis in Amelisweerd. Ik heb er mooie tentoonstellingen gezien met het erfgoed van Armando, de fraaie foto’s van Stefan Vanfleteren, de opmerkelijke Utrechtse tijd van Koning Konijn Bonaparte en op het laatst Flower Power.

Ze kregen Europese prijzen. En ze waren kansloos. Dat komt niet, omdat ze al te makkelijk boven hun budget uit rekenden, zoals een rapport van dit jaar stelde. Het gebouw was vooral erg moeilijk te exploiteren. Dat was een van de redenen waarom de Utrechtse politiek het MOA heeft laten creperen.

Directeur Yvonne Ploum heeft in 2018 eerst mee moeten maken dat Armando zijn collectie uit het museum liet halen en daarna het overlijden van de stokoude reus mee betreurd, nadat ze nog een tentoonstelling met zijn werk had helpen inrichten in de Chinese miljoenenstad Guangzhou.

In het najaar kwam museum Voorlinden in Wassenaar met een eretentoonstelling voor Armando. Het had geen zin meer in het MOA – een grove Utrechtse schande.

Yvonne Ploum is inmiddels directeur van de ErfgoedAcademie. Voor mij is ze de Utrechtse vrouw van het jaar 2018.