Jeroen Wielaert - In Rome gebeurde iets heel bijzonders, opwindende verhalen kwamen er vandaan. Karel van Mander omschreef het als 'wonderlijcke dingen'. Ze werden geschilderd door Caravaggio. De mensen waren wel gewend aan Bijbelse voorstellingen, maar het ging erom hóe deze heethoofdige gozer ze op het doek zette: bijna foto-realistisch, met bijzondere lichtwerking. Zoals de Graflegging van Jezus.

De Graflegging van Jezus, Caravaggio Foto: Pinacoteca Vaticana, Vaticaanstad

Dit kenden ze niet, in en om de Domkerk in Utrecht. Drie Utrechtse jongens, Hendrick ter Brugghen, Gerard van Honthorst en Dirck van Baburen gingen erop af. De een na de ander ondernam de moeilijke reis naar Rome. Ze beleefden een magnifieke, inspirerende cultuurschok. Ze maakten het kunstleven mee, met spel en drank en mooie snollen. En schilderden hun eigen werk naar het voorbeeld van Caravaggio, die zelf inmiddels uit Rome vertrokken was.

Het verhaal is geen wonder meer voor de kenners. De Utrechtse Caravaggisten zijn genoeglijk bekend. Toch vertonen ze zich als nieuw in de tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa. Er is zes jaar aan gewerkt door de mensen van het Centraal Museum. Nog nooit is zoveel bijeen gebracht. Voor het eerst zijn veel doeken van Ter Brugghen, Van Honthorst en Van Baburen weer terug in hun geboortestad. Miljoenenwerken zijn het.

Ze zijn Bijbels genoeg. Voor mij wordt het echt leuk waar ze de vermakelijkheden van hun tijd laten zien. Het is zo realistisch dat je ze kunt horen: de luitspelers, de kaarters, de jonge vrouw met haar volle decolleté. Het is bijna film, de moderne kunst uit Rome, sterk bij elkaar gebracht in Utrecht.

Fragment uit De Koppelaarster van Gerard van Honthorst. Foto: Ton van den Berg
Alles zit erin: de wreedheid, de bloeddorst, het drama, maar ook de wellust, de geilheid, frivoliteit en speelsheid. Het is onverminderd actueel.