Column - Henk Westbroek

In januari 1979 openden de deuren van Muziekcentrum Vredenburg. Tot verbazing van vrijwel alle bezoekers had architect Hertzberger een grote zaal ontworpen die niet vierkant was, zoals de meeste muziekzalen, maar achtkantig.

In dezelfde tijd was de punkmuziek op de top van haar populariteit en binnen dat genre leefde de opvatting dat je nooit en te nimmer een knieval voor het publiek moest maken. Sommige bands gingen daarbij zover dat ze bij voorkeur optraden met de rug naar hun eigen publiek toe. Als je in Vredenburg het publiek de rug toedraaide, keek je plotseling de mensen die op drie van de acht tribunes al de hele tijd naar jouw rug gekeken hadden, recht in het gezicht.

Het ontwerp van de zaal maakte het dus onmogelijk deze “publiek ik veracht u”-opvatting volledig uit te dragen. Om het wat gechargeerd te zeggen: het bleek een punkonvriendelijk zaalontwerp te zijn. Tot op de dag van vandaag bestaan er bands - zoals Royal Republic uit Zweden en Amenra uit België - die bij voorkeur hun achterwerken aan het publiek laten zien.

Deze avant-garde artistieke opvatting kan nog steeds niet zonder problemen uitgevoerd worden in de Grote Zaal van het Muziekpaleis. Tenzij je natuurlijk geen kaartjes verkoopt voor de zitplaatsen op drie van de acht zaalkanten. Die plaatsen worden trouwens ook vaak al niet verkocht bij optredens van ensembles die het juist weer helemaal niet leuk vinden dat publiek van drie kanten alleen maar ruggen van artiesten kan zien. Daar kwam in 1979 nog eens bij dat de akoestiek van die achtkantige zaal gruwelijk was.

De kritiek erop was zo groot, dat architect Hertzberger die pareerde met de vrijpleitende dooddoener dat zijn zaal al uitgerust was met de akoestiek van de 21e eeuw en dat om die reden alle kritiek erop een reactionaire opvatting etaleerde.

Maar die zaal heeft toch juist de reputatie een sublieme akoestiek te hebben, stond pas zelfs nog in De Volkskrant? Subliem is misschien wat overdreven, maar er is niks mis meer mee. Alleen, dat komt niet door het ontwerp van de zaal, maar door kostbare ingrepen van akoestische ingenieurs en door technische vooruitgang in de muziekversterking.

Door die twee veranderingen was het akoestische probleem dat de zaal in 1979 had , een jaar of vijf later volledig opgelost. In de loop der jaren is vervolgens het idee gepropageerd
dat juist door de vorm van de zaal de akoestiek ervan zo goed is; dat is dus niet waar, omdat die vorm juist een goede natuurlijke akoestiek in de weg zit. Dit verklaart terloops waarom deze achtkantige zaal in de muziekarchitectuur totaal geen navolging vond.

Al met al was dat achtkantige ontwerp van de grote zaal dus niet bijster geslaagd. Waarom is, toen Muziekcentrum Vredenburg afgebroken werd om het Muziekpaleis te kunnen bouwen, die achtkantige zaal dan niet gelijk vervangen door een zaal met een veel betere natuurlijke akoestiek? Toen het muziekcentrum afgebroken zou worden, was ondertussen bij het publiek het idee ontstaan dat het uitsluitend de vorm van de zaal was die ervoor zorgde dat muziek er zo goed klonk.

Bovendien vonden en vinden mensen het nog steeds erg leuk dat je door de vorm van de zaal - waar je ook zit - toch altijd vrij dicht bij het podium zit. De combinatie van deze twee redenen, waarvan er dus een op akoestisch onbegrip en een historische leugen gebaseerd is, zorgde ervoor dat een actiegroep het leven zag, die propageerde dat in het Nieuwe Muziekpaleis vooral die ouwe zaal bewaard moest blijven.

In de regel hebben actiegroepen niet zoveel invloed, maar deze actiegroep had VVD'er Frits Bolkestein als woordvoerder en vrijwel elke prominente PvdA'er als lid; tot aan schrijver Jan Wolkers toe. Omdat prominent links zowel als de rechtse elite om onzinnige redenen voor zaalbehoud pleitte, vond dit baggeridee brede steun in de pers. Waardoor Leefbaar Utrecht-wethouder Walther Lenting zwichtte voor de druk.

Het gevolg van de keuze om die achtkantige zaal te behouden was dat Muziekcentrum Vredenburg dus niet helemaal gesloopt kon worden. Hoe gek dat ook klinkt; het niet in een keer kunnen platgooien van het oude Muziekcentrum en het voorzichtig om dat niet gesloopte deel heen bouwen van het Muziekpaleis, heeft de bouwkosten met een miljoen of tien opgevoerd. Ach, het is maar geld!

Henk Westbroek

(Deze column werd eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter van 12 mei)