Henk Westbroek - Ik heb u eens verklapt dat mijn vrouw en ik geprobeerd hebben een kind te adopteren. Dat mislukte omdat we niet kerks genoeg bleken te zijn, onregelmatige werktijden hadden en de kleur van mijn ogen irritatie opwekte bij de dame die de adoptievergunningen verstrekken mocht.

Bij nader inzien ben ik deze mevrouw dankbaar, want ze stimuleerde ons tot verwekking van een eigen kind en dat pakte goed uit. Onze dochter is slim en moeder van twee kleinzonen die me gelukkiger maken dan ik lang was.

Toch, als je 1 keer hebt willen adopteren dan klemt dat idee zich in je hoofd om het nooit meer te verlaten. Gelukkig zijn er volop andersoortige adoptiemogelijkheden waar ik volop gebruik van maak. Zo heb ik in een Afrikaans en bijzonder akelig land waar vrouwen nog als slaaf verkocht worden de opvoeding van een meisje geadopteerd. En nu maar hopen dat ze - als ze straks groot is - niet als een seksslavin verkocht wordt die als bijzondere kwaliteit heeft dat ze kan lezen en schrijven.

Dichter bij huis adopteerde ik in Dierentuin Amersfoort een sneeuwuiltje omdat een vriend van me er prijs op stelde dat een sneeuwuiltje zijn naam zou dragen. Voor zover ik weet werd het de eerste en de laatste in gevangenschap gehouden sneeuwuil met de naam Paul.

Nadat Paul de Sneeuwuil overleed adopteerde ik een appelboom. Niet omdat de geesten van sneeuwuiltjes daar graag in vertoeven, maar omdat boeren voor appels uit zo’n ouderwetse appelboom meer kosten moeten maken om de vruchten te plukken dan die vruchten opleveren.

Ouders met jonge kinderen kan ik appelboomadoptie aanbevelen. Zelf ging ik met mijn kleinzonen en hun vriendjes – vorig jaar toen de tijd er rijp voor was - een paar uurtjes plukken en vooral door het boomklimmen hadden ze een prachtmiddag.

Ik heb ook wel eens een varken geadopteerd, geen heel varken maar een achterpoot. Voor een bescheiden bedrag werd dat varken dan tot op het varkensbot verwend en als zijn tijd gekomen was mocht ik een ham komen ophalen. Hij at graag appeltjes van de geadopteerde appelboom trouwens.

De gemeente Utrecht heeft nu besloten dat ieder bedrijf en iedere Utrechter een rotonde adopteren kan. De gemeente ziet adoptierotondes als een uitgelezen kans om op de kosten van het onderhoud van groen te besparen, ik zag een andere uitgelezen kans...

Om de Utrechter te eren die vier volle dagen voorzitter van onze FC Utrecht was maar als dank nog geen rotonde naar zich vernoemd kreeg, wou ik een van de mooiere rotondes adopteren om die zijn naam te kunnen geven. Helaas, hadden de bewoners rond het Wilhelminapark bij ons stadsbestuur al snel voor elkaar weten te boksen dat alle rotondes rond zijn maar sommige ronder dan andere.

De Wilhelminapark rotondes werden  op verzoek van de beter gesitueerde stadsbewoners opgewaardeerd tot 'ronde stadsparken'. Progressief stadsbestuur tenslotte. Hierdoor konden de mooiste stadsrotondes niet meer geadopteerd worden. Iemand in het zonnetje zetten met een spuuglelijke rotonde ergens in een krachtwijk zou helemaal verkeerd over kunnen komen, dus ik wist het even niet meer.

Gelukkig gaf ons geliefde stadsbestuur  - alsof ze mijn gedachten gelezen hadden - de Stadsspeld voor Verdienste onmiddellijk daarna aan PvdA'er Broos Schnetz.  Een stadsspeld is natuurlijk geen rotonde, maar toch: gefeliciteerd.

(Deze column is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en met toestemming van de auteur overgenomen.)