Van Oosten - Illegale praktijken van de gemeente Utrecht

Gepubliceerd: donderdag 28 maart 2019 08:57
Kees van Oosten - "Belanghebbenden kunnen binnen zes weken bezwaar maken tegen de opbreekontheffing en vervolgens in beroep gaan bij de rechtbank. Dit komt niet vaak voor", aldus de website van de gemeente.
Dat dat niet vaak voor komt, dat klopt. Daar heeft de gemeente namelijk voor gezorgd: niet bekendmaken van de vergunning (zoals de wet voorschrijft), want als het niet bekend is dát er opgebroken wordt, wordt er ook geen bezwaar gemaakt. En als er eenmaal opgebroken wordt is het te laat om bezwaar te maken, want dan is het al gebeurd.
Omdat omwonenden van het Lepelenburg er lucht van kregen dat Eneco de grond over een paar honderd meter zou gaan open graven vroegen ze bij de afdeling Vergunningen of daar een zogeheten opbreekvergunning voor was aangevraagd. Op 11-2-2019 kwam het antwoord: dat klopt, maar die publiceren we niet. Dit soort vergunningen (en de aanvragen daarvoor) worden in Utrecht niet gepubliceerd. Stel je voor, omwonenden zouden eens bezwaar kunnen maken, dat moeten we in Utrecht niet hebben.
De opbreekvergunning is verplicht op grond van de "Verordening kabels en leidingen 2013". De vergunning om op te breken kan geweigerd worden (artikel 8) om redenen van openbare orde, openbare veiligheid, het voorkomen van overlast, bereikbaarheid van gronden en gebouwen en ondergrondse ordening. Uit deze opsomming van weigeringsgronden blijkt duidelijk dat de omwonenden belang hebben bij bekendmaking en er belang bij hebben eventueel bezwaar te maken.
Omdat je dus niet weten kan of en wanneer de opbreekvergunning is verleend (de gemeente weigert die immers te publiceren) heeft de Stichting Behoud Lepelenburg op 17-2-2019 voor alle zekerheid zowel bezwaar gemaakt als handhavend optreden gevraagd. Daar heeft de gemeente tot op heden niet op gereageerd. Informeel heeft de Stichting te horen gekregen dat Eneco op 1 april aan de gang wil. Waarschijnlijk wordt de vergunning dus afgegeven op 1 april, zodat Eneco nog diezelfde dag voor voldongen feiten kan zorgen.
Het doelbewust niet publiceren noch van de opbreekvergunning noch van de aanvraag daarvoor is illegaal, want in strijd met de wet algemeen bestuursrecht. Voor een gemeente die haar burgers bij het beleid betrekken wil is het natuurlijk een gotspe om vergunningen niet te publiceren om bezwaren te voorkomen. Op 18 maart is de gemeenteraad op de hoogte gebracht van deze illegale praktijken, maar te oordelen naar de agenda voor raadsvergadering van 28 maart vindt geen van de fracties die illegale praktijken een probleem.
Het zal er dus wel op uitdraaien dat de Stichting, als de grond eenmaal is opengebroken, straks naar de rechtbank moet omdat de gemeente niet tijdig beslist op het verzoek handhaving en dan is het maar te hopen dat de rechtbank de werkzaamheden stil legt zodat de gemeente leert dat het toch beter is om je aan de wet te houden.