Kees van Oosten - Het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwde onlangs weer eens dat de energiebesparing veel te langzaam gaat om in 2020 aan de klimaatdoelen te kunnen voldoen. Het energieverbruik is zo hoog dat alle gerealiseerde windmolens en zonnepanelen onvoldoende zijn om het verbruik te vergroenen. Het is niet voor het eerst dat het PBL oproept om niet alleen de opwekking van energie te vergroenen, maar om vooral ook het verbruik van energie te matigen. Maar van dat laatste daar komt het maar niet van. 

Volgens Trouw van 31 mei ("We besparen veel te weinig op energie") nam het aandeel groene energie in een jaar tijd met slechts 1% toe. Daartegenover stond echter een toename van het energieverbruik met 4%. Met andere woorden: de vergroening/verduurzaming kan de groei van het energieverbruik niet eens bijhouden. Dat in 2020 wordt voldaan aan de (veel te bescheiden) Europese doelstelling is een illusie. Die doelstelling is dat 14% bestaat uit groene energie. We zitten nu op 5,9%. 

Ook Ed Nijpels (VVD) die in de SER waakt over het energieakkoord is de mening toegedaan dat er te weinig wordt gedaan aan vermindering van het energieverbruik: "energie die je niet meer verbruikt, hoe je ook niet op te wekken".
Een waarheid als een koe. De praktijk is helaas dat er veel meer belangstelling is voor het groen opwekken van energie door slimme technieken dan voor het terugdringen van het energieverbruik. Vrijwel iedereen klampt zich vast aan de ijdele hoop dat we dankzij slimme technieken comfortabel kunnen blijven wonen, consumeren en reizen.

De Algemene Rekenkamer kwam in 2009 ("Milieueffecten wegverkeer") met de aanbeveling het aantal auto- en vrachtautokilometers drastisch terug te dringen. Dat zou de meest efficiënte en goedkope maatregel zijn om niet alleen de luchtverontreiniging, maar ook de uitstoot van CO2 (klimaat) terug te dringen. Met die aanbeveling werd niets gedaan, want niets is bij het verbond van gemeentebesturen en bouwend nederland zo impopulair als het nemen van maatregelen die erop gericht zijn het autorijden te ontmoedigen. Zie alleen al, in Utrecht, de bouw van de nieuwe ondergrondse parkeergarage onder het Jaarbeursplein en het vasthouden aan parkeernormen bij nieuwbouwplannen (ook in de binnenstad). 

Zoals de politiek in Utrecht in grote meerderheid niet bereid is het autoverkeer terug te dringen (GroenLinks-wethouder Van Hooijdonk is voorstander van een nieuwe snelweg langs Overvecht (eufemistisch "opwaardering van de NRU" genoemd), zo zijn consumenten in grote meerderheid niet bereid af te zien van steeds meer energievretende luxe en comfort. En dus blijft er, voor wie het gevoel wil hebben wel degelijk om het klimaat te geven, weinig anders over dan te geloven dat energiebesparing ook helemaal niet hoeft omdat de techniek altijd in staat is om uitkomst te bieden.

De wensgedachte dat wat isolatie, hoog-rendement apparatuur, zonnepanelen en windmolens (als die maar niet in de buurt komen!) voldoende zijn om Utrecht in 2030 geheel energie-neutraal te zijn is zo belangrijk om niets van onze luxe, comfort, rijplezier en uit- en inbreidingsplannen in te hoeven leveren, dat de politiek liever niet wil weten wat nu eigenlijk het effect is van het energiebeleid, zoals de politiek ook niet wil weten wat het effect is van gemeentelijk luchtkwaliteitsbeleid sinds 2005 (ruim 70 miljoen). Om dat niet te hoeven weten wordt het gewoon niet berekend.

Beleid, regels, plannen en voorschriften worden doorgaans ontworpen en vastgesteld, zoals ook in het geval van het energiebeleid, om de suggestie te wekken dat er alles aan gedaan wordt en dat de verantwoordelijke politici er goeie sier mee kunnen maken. Of het wat geholpen heeft en of de kosten voor de maatregel terecht zijn gemaakt is een vraag die in de politiek niet gesteld wordt. Zie de milieuzone (TNO: na een jaar geen aantoonbaar effect) maar zie ook de energie prestatie berekeningen (EPC) die gemaakt moeten worden bij nieuwbouw: óf de voorzieningen daadwerkelijk zijn gerealiseerd en óf zij het beoogde energie effect hebben, daar kijkt de gemeente niet naar om.

Wie wil weten hoe wij er in Utrecht voor staan voor wat betreft het energiebeleid moet het doen met de 'baseline-study 2008-2013'. Recentere informatie valt er niet te vinden op https://www.utrecht.nl/wonen-en-leven/milieu/co2-monitoring/. Kortom: het Utrechtse energiebeleid bestaat voornamelijk uit ambities en vrome retoriek, maar wat het effect is van het beleid rekent de gemeente liever niet uit. Over dat effect moet men zich niet de minste illusies maken: ook volgens de gemeente lag het energieverbruik in 2013 hoger dan 2008. Dat dat in Utrecht ooit 6% lager wordt dan in 1990 (Kyoto doelstelling) gelooft geen hond. 

Vandaag in het nieuws: Trump schaft het energiebeleid in de VS af en zegt het klimaatakkoord van Parijs op. Utrecht beweert ernaar te streven in 2030 klimaatneutraal te zijn maar legt nog gauw even een nieuwe parkeergarage aan onder het Jaarbeursplein (60 miljoen), werkt aan een nieuwe snelweg langs Overvecht, doet niets om het autoverkeer terug te dringen, is niet geïnteresseerd in het effect van het energiebeleid (rekent het sinds 2013 niet meer uit). Trump of Van Hooijdonk, wat maakt het eigenlijk uit?