Kees van Oosten - Eerst schreef wethouder Van Hooijdonk (GroenLinks) een prijsvraag uit. Dertigduizend euro kon je winnen door met een uitgewerkt idee te komen om het autoverkeer terug te dringen. De wethouder houdt ervan burgers aan het werk te zetten, want nu wil Van Hooijdonk 150 Utrechters door loting aanwijzen die een energieplan moeten maken. 

Het gaat in beide gevallen om problemen die de gemeente zelf niet blijkt te kunnen oplossen. Er wordt al jaren door de gemeente onderzocht en beleid gemaakt om mensen te bewegen de fiets en het OV te nemen in plaats van de auto. Zonder resultaat. Ook het terugdringen van het Utrechtse energiegebruik, daar komt weinig van terecht.

Met andere woorden: de gemeente slaagt er niet in om het autoverkeer en het energiegebruik terug te dringen en dus moet de burger met oplossingen komen. Het lijkt mij dat je zo'n voorstel alleen maar kunt doen met schaamrood op de kaken: 'Sorry burger, de gemeente beschikt weliswaar over deskundige ambtenaren en bestuurders, maar die hebben gefaald en nu moeten jullie het maar zelf doen'.

Tijdens verkiezingscampagnes hebben politieke partijen en ambitieuze kandidaten het hoogste woord over hoe de problemen van de stad opgelost moeten worden, een half jaar later blijkt het allemaal grootspraak en mogen wij als burgers zelf aan de slag. Uiteraard zonder het riante inkomen van de falende bestuurders en ambtenaren.

Van mensen die zich kandidaat menen te moeten stellen voor het college of de gemeenteraad mogen wij verwachten dat ze niet alleen beweren heldere denkbeelden te hebben over hoe de problemen van de stad moeten worden opgelost, maar dat ze die ook echt hebben. Zeker als zij ons worden aangeprezen vanwege relevante ervaring en opleiding, zoals bij mevrouw Van Hooijdonk. 

Wat het initiatief van de wethouder nog moeilijker te verteren maakt is het feit dat burgers die zich aanbieden om mee te denken gewoonlijk genegeerd worden. Als ze door de politiek niet als dwarsliggers worden beschouwd! En nu opeens, als de wethouder niet blijkt te weten met welke voorstellen ze moet komen, worden wij als burgers aan het werk gezet om oplossingen te bedenken.

Een wethouder die haar werk en dat van haar deskundige ambtenaren door burgers wil laten doen, zou zich moeten afvragen waarom ze eigenlijk wethouder wilde worden.