Raymond Taams - “Wat ik eigenlijk wil is stadsdichter worden, de opvolger van Ingmar Heytze, of nee, nachtburgemeester van Utrecht, dat lijkt me nog beter. Ik vind dat iemand die zo vaak tot half zes op zondagmorgen in de Derrick - een foute retro-discotheek aan de Voorstraat - is geweest het nachtburgemeesterschap automatisch in de schoot zou moeten vallen. Het zou trouwens fijn zijn als er ook een kleine bezoldiging tegenover het nachtburgemeesterschap staat.”

“Ach, misschien mag je gewoon altijd gratis drinken dan”, merkt de bevriende journaliste met wie ik de Nieuwjaarsreceptie van de gemeente bezoek op. 

Een nieuw jaar, nieuwe droompjes, nieuwe verwachtingen. Het bovenstaande gebral is mijn eigen gebral, toen ik afgelopen zaterdagavond in een lange rij stond voor de Stadsschouwburg. Ik ben underdressed, mijn nonchalante H&M-kleertjes matchen niet met alle gepoetste schoenen, stropdassen en colberts om me heen. Maar dat geeft niet, ik ben een dichter, een nachtvlinder. “Ga je je rijbewijs dit jaar nou eens halen?”, vraagt de oud-studiegenoot die ook mee is. “Dichters hebben geen rijbewijs”, plaats ik terug. Ik ben verbaal scherp vanavond, dit wordt een succes.

Er zijn veel mannen met grijs haar. Onwillekeurig speur ik naar roos op hun schouders. Het liefst zou ik een paar van die mannen heel hard op hun schouder slaan om te kijken of er kleine witte stofdeeltjes opstuiven. Maar ik zie nergens roos. “Ik denk dat ze tegenwoordig gewoon hele goede shampoo gebruiken”, merkt de bevriende journaliste op wanneer ik haar met dit vraagstuk confronteer.

Het programma begint. In de gloednieuw verbouwde Douwe Egbertszaal treedt er eerst een smartlappenkoor op, vervolgens houdt burgemeester Jan van Zanen zijn nieuwjaarstoespraak en daarna is er weer muziek van de Band zonder Verblijfsvergunning, bestaande uit asielzoekers, en de nieuwe popsensatie Bewilder.

Maar Het Draait Natuurlijk Allemaal Om De Borrel Na Afloop! Daar kan het bundeltje consumptiebonnen dat men bij binnenkomst kreeg uitgereikt worden verzilverd. En er moet genetwerkt worden. Hee, dit is gewoon werk. Maar hoe meer glazen witte wijn erin gaan, hoe minder ik mijn keurige representatieve netwerkvoornemens vergeet.

De avond eindigt zoals er zoveel avonden in mijn leven eindigden. Met wat kunstenaars en journalisten zit ik aan een tafeltje in de foyer. Om te provoceren vertel ik aan iedereen dat ik in 2016 de Ultrarechtse Stadspartij (USP) op ga richten. Tegen een begeleidster van de Band zonder Verblijfsvergunning maak ik een foute grap die ik hier niet durf op te schrijven.

Het is tijd om af te taaien naar de Derrick. Die is gelukkig om de hoek.