Om de dingen op een rijtje te houden in dit woelige tijdsgewricht, in een wereld waarin het voormalige Utrechtse gemeenteraadslid Halbe Zijlstra bovendien niet langer minister van Buitenlandse Zaken is, schrijft Raymond Taams elke dag een korte overpeinzing. Hieronder leest u het vierde tiental dagen zonder Halbe.

 

Dagen zonder Halbe #31

Het begint een beetje een patroon te worden hè, die agressie van Poetin? Eerst de Krim, toen MH17, tussendoor allerlei wapenvertoon en schendingen van het NAVO-luchtruim en uiteindelijk een gifgasaanval op Brits grondgebied.

Na het aankondigen van de Britse sancties verklaarde het Russische Ministerie van Buitenlandse zaken dat het ‘een slecht idee is om een kernmacht te bedreigen’. Die woorden, dat is nogal wat.

Poetin lijkt me geen Hitler. Hij loopt bijvoorbeeld niet in uniform rond. Ik denk niet dat Poetin oorlog wil, echter als je getrouwd bent wil je ook niet vreemdgaan maar je doet het toch. Daarom moet Poetin gestopt worden. De juiste toon daarbij is volgens mij deze: “Luister eens vriend, als jij één kernraket op Londen flikkert, flikkeren wij er zes op Petersburg”. Precies in die woorden. De Engelse vertaling van het werkwoord ‘flikkeren’ heb ik zo snel niet bij de hand. Dat zoeken we op.

Dagen zonder Halbe #32

‘Een lange rij weer bij de rechtbank voor het Holleeder-proces. De eerste belangstellenden meldden zich vanochtend al om 05.00 uur voor een plekje op de publiekstribune’, aldus de NOS. Het is volgens mij een verlangen naar een Nederland dat eigenlijk niet meer bestaat.

Tegenwoordig kun je ‘s ochtends om half zeven in de tram op weg naar je werk het slachtoffer worden van een liquidatie. Nietsontziende bendes vechten een oorlog uit en worden niet warm of koud van een burgerslachtoffer meer of minder. De ingehuurde Oost-Europese moordenaars mogen niet te veel kosten.

Aan de Holleedertjes kleeft tenminste nog een soort Hollandse kneuterigheid. Ome Willem pinkt nog altijd een traantje weg als hij z’n favoriete Hazes-nummer hoort in z’n stamkroeg. Ik leef m’n leven zoals ik dat wil. Tante Astrid gaat rond met warme chocomel voor de wachtenden buiten in de kou.

Dat Nederland, dat is niet meer.

Dagen zonder Halbe #33

In een journalistencafé vol Utrechtse politici maakte ik gisteravond alvast in kleine kring bekend dat ik aanstaande donderdag om 12:00 uur een persconferentie zal geven, waarin ik zal aankondigen dat ik als individu uit de Europese Unie stap. Geheel eigenmachtig. Een Rayxit.

De CDA-lijsttrekker sloeg een arm om mijn schouder, zoals men dat van een CDA-lijsttrekker mag verwachten.

De lijsttrekker van D66 fronste hevig en keek mij drie volle seconden niet-begrijpend aan. Daarna verliet hij het café.

De VVD-voorman verklaarde met een gulle lach dat hij achter mij staat, en mij zal helpen waar hij kan.

De dame die de lijst van de Partij voor de Dieren aanvoert, lachte terwijl ze haar gezelschap aankeek met een blik van ‘we hebben hier met een idioot te maken’.

Het is een wat omslachtige manier, ik geef het toe, maar na gisteravond weet ik eindelijk op wie ik woensdag moet stemmen.

Dagen zonder Halbe #34

In de bibliotheek aan de Oudegracht zit ik te werken aan een rechthoekige, donkergrijze tafel. Er staan zes vuurrode stoelen om de tafel, de andere vijf zijn onbezet. Een mooie jonge vrouw wandelt de leeszaal binnen. Ze gaat recht tegenover mij zitten, klapt haar laptop open en begint te tikken.

Ik kijk uit het raam. Twee scholieren die een stelletje vormen zitten op een houten stellage op het werfterras aan de overkant. Met hun ogen dicht en hun benen languit genieten ze van de felle middagzon.

Onder tafel klinkt een kort, dof tikje. Een leren schoen die tegen een andere leren schoen botst. Haar schoen. We wisselen een korte, twinkelende blik. Je bent nooit te oud voor de lente.

Net als ik me afvraag hoe dit stukje moet eindigen, loopt een jongen recht op haar af. Ze geven elkaar een kus op de mond. Literatuur die op het leven botst.

Dagen zonder Halbe #35

Het is makkelijk om te beweren dat je tegen de doodstraf bent, maar zou je bereid zijn de straat op te gaan om te demonstreren tegen de doodstraf voor Anders Breivik? Die vraag stelde Leon Verdonschot ooit in een column. In mijn geval luidt het antwoord: nee, beslist niet.

Gisteren zag ik Donald Trump pleiten voor de doodstraf voor drugsdealers. “Misschien is ons land niet klaar voor de doodstraf voor drugsdealers en dat begrijp ik”, zei Trump voor een zaal met aanhangers. Hij trok zijn gezicht in een grimas waarbij het puntje van zijn kleine tongetje een beetje naar buiten stak en vervolgde: “Hoewel… persoonlijk begrijp ik er niks van”. Gelach klonk uit de zaal. Voor het eerst zag ik The Donald als een walgelijke man.

Zou ik gaan demonstreren tegen de doodstraf voor drugsdealers? Misschien, als het niet te koud of te nat is en er mooie meisjes meelopen.

Dagen zonder Halbe #36

Minister Ollongren heeft haar voorstel om op zaterdagen naar de stembus te gaan, ingetrokken omdat dit een religieuze rustdag voor de Joden moet blijven. Mocht er ooit een referendum worden gehouden over stemmen op zaterdag, dan kleur ik het rondje bij ‘tegen’ rood.

Het waren waarschijnlijk de Tweede Kamerverkiezingen van 1989 of de gemeenteraadsverkiezingen van 1990. Toen was ik oud genoeg om dat bewust mee te maken en haalde mijn vader ons nog met de auto van school op woensdagmiddagen.

Papa moest eerst even stemmen en daarna gingen we iets lekkers halen bij het supermarktje tegenover de Verrijzeniskerk, waar het stembureau gevestigd was.

Je mist mensen die er niet meer zijn vaak op feestdagen. Blijkbaar geldt dat ook voor het feest van de democratie.

Vandaag wandel ik in mijn eentje naar het supermarktje tegenover mijn huis. Ik woon in een zeer multiculturele buurt. Nederland is veranderd maar we stemmen gelukkig nog altijd op woensdagen.

Dagen zonder Halbe #37

Natuurlijk vallen de billen van Dionne Stax onder de vrije nieuwsgaring! Zoiets moet de bebrilde en kalende jongeman gisteravond in TivoliVredenburg hebben gedacht toen hij, staande op de brede houten trap achter het decortje waar Dionne de verkiezinguitslag van de gemeente Rucphen stond te presenteren, een foto maakte van haar achterwerk.

De reeds op Dionne’s achterzijde gerichte telefoon voor zijn buik houdend, kijkt de knaap schichtig om zich heen, drukt haastig af, en maakt dan nogmaals een nerveus rukje met zijn hoofd. Eerst naar links, daarna iets verder naar achter. Maar niet ver genoeg om te merken dat hij wordt gefilmd.

Natuurlijk vallen beelden van een bebrilde en kalende jongeman die heimelijk zo’n Rucphens kiekje maakt onder de vrije nieuwsgaring! Zoiets moeten ze bij de Telegraaf gedacht hebben, want de video is te bewonderen op hun website.

Grappig hoe juist vrije nieuwsgaring tot een wereld met steeds minder bewegingsvrijheid leidt.

Dagen zonder Halbe #38 

Edwin Evers stopt ermee. Zijn vertrek ‘hing al een tijdje in de lucht’, om een typische radio-woordgrap te maken. Omdat de woordgrappen me mijn neus uitkwamen, wisselde ik mijn radiocarrière in voor een schrijversbestaan. Ik wil nu de nieuwe Gerard Reve worden, terwijl ik vroeger de nieuwe Edwin Evers wilde worden.

In mijn jongenskamer zat ik in de aanslag op nieuwjaarsdag 1998. Met een vers cassettebandje in mijn draagbare radio en mijn hand op de rec/play-knop. Om zes uur die ochtend zou Edwin Evers de eerste aflevering van ‘Evers Staat op’ presenteren. Ik weet zelfs nog wat de eerste plaat was, Republica met ‘Ready to go’.

De twintig jaar daarna zou de radiowereld een onbeklimbare ijsberg worden. Niet zozeer voor mij – ik schopte het uiteindelijk tot dj op het landelijke radiostation Kink FM. Maar op radiofeestjes verzuchtte er altijd wel iemand: “Tja, pas als Evers stopt, dan liggen er weer kansen”.

Dagen zonder Halbe #39

De winter verdraag ik ieder jaar manmoedig, ik stel me erop in. Het is steeds het staartje dat me nekt. Die dagen in maart en april dat lente aarzelt.

Zoals vorig jaar op Eerste Paasdag. Ik had de avond ervoor teveel gedronken, en snakte naar hete zonnestralen die de spijker in mijn voorhoofd zouden laten smelten. Maar er was geen zon, en ook geen eten in huis. Er was alleen het benzinestation aan de overkant waar ze koeken per stuk in dikke plastic verpakkingen verkopen.

Met de spijker venijnig prikkend in de bevroren voorste delen van mijn hersenen, sjokte ik over her en der scheurend asfalt om een roze koek te kopen. Een ijzige windvlaag blies een donkergrijze wolk langs minder grijze wolken. 

Ik moest toch eens wat minder optimistisch worden, dacht ik kauwend op mijn roze koek. Pas half april is het structureel boven de vijftien graden. Maar dat duurt zo lang vanaf oktober.

Dagen zonder Halbe #40

Op een feestje vraag ik aan A. wat hij heeft gestemd. Ik weet het stiekem al. “En, weer lekker ‘blond’ gestemd deze keer?”, zuig ik. Hij beaamt. Hij is een hogeropgeleide PVV’er en komt daar rond voor uit.

B. gaat meteen vol op het orgel. Zij heeft laatst nog tegen Wilders gedemonstreerd. De sfeer wordt ongemakkelijk als een derde gast zich met het gesprek bemoeit. “Volgens mij zijn mensen die heel erg tegen Wilders zijn, op hun eigen manier de hele tijd bezig met Wilders. Daarom hebben ze waarschijnlijk meer met Wilders gemeen dan ze zelf willen toegeven”, psychologiseert hij tegen de linkse vriendin.

“Jij hebt net als enige de naam ‘Wilders’ drie keer in een zin genoemd, dus in jouw leeft hij waarschijnlijk nog het meest”, psychologiseer ik er grappenderwijs overheen, in een poging het door mij aangestoken vuurtje te doven. “Bier, iemand?”, bood C. onmiddellijk zijn blusdiensten aan.

                

Dagen zonder Halbe (3) staat hier