Tot en met de uitreiking van de Gouden Kalveren op 5 oktober entert de Cultuurpiraat (Raymond Taams) elke dag een cultureel veld in Utrecht.

Donderdag 20 september

Een tijdje terug zaten de Cultuurpiraat en tv-reporter Joost samen naar een concert van Michael Jackson te kijken. Het ging hier om de zogenaamde 'Dangerous Tour' uit 1992, toen Wacko Jacko op het absolute hoogtepunt van zijn roem was. Daardoor kon hij het zich permitteren zichzelf bij wijze van entree, begeleid door explosies, rook en vuurwerk, door een gat in de vloer het podium op te laten schieten, om daar vervolgens een dikke twee minuten zo stil als een standbeeld te staan. Het publiek werd gek, meisjes vielen flauw toen hij een hand naar zijn gezicht bewoog om zijn zonnebril af te zetten.

"Laten we eerlijk zijn Joost", verzuchtte de Cultuurpiraat, “dit is wat jij en ik eigenlijk willen, en met ons iedereen die op de School voor Journalistiek zat. Dat geschrijf van mij en die tv-reportages van jou zijn allemaal maar schampere pogingen om een publiek in vervoering te brengen.” Joost knikte afwezig. Zijn jongste dochter drukte onophoudelijk op het knopje in de rug van haar pop, die daarop een liedje begon te zingen. Joost werd inmiddels behoorlijk chagrijnig van de zingende pop.

Aan dit voorval dacht de Cultuurpiraat toen hij vanavond naar een poëzieshow in de Utrechtse Boekenbar aan de Westerkade stond te kijken. De eerste dichter, die met zijn nette jasje, vitale zwarte haardos en open gezicht een jongere broer van Jesse Klaver had kunnen zijn, richtte zich alvorens aan zijn optreden te beginnen tot het publiek met de woorden: “Ik heb liever dat jullie niet klappen, dat haalt me altijd nogal uit mijn concentratie”.

Om dingen werkelijk los te leren laten, kon hij maar beter dichter worden, besefte de Cultuurpiraat.