Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:

MIJN STEMADVIES

De argumenten lopen, als altijd, caleidoscopisch door elkaar

Utrechter van het Jaar door zó goed ’n Amsterdammer te spelen

(als ’n Amsterdammer die de winnende voor de FC tegen 020 maakt).

Dan zijn er nog de tekenaar, de cabaretière, de wielrenjournalist,

noem ze maar op: ze bogen op een waslijst aan verdiensten.

 

            Het is mooi om iets bijzonders neer te zetten

            – talent gecombineerd met tomeloze inzet

             tot wasdom brengen als een tastbaar monument –

             iets voor te stellen, iets na te laten, iets te betekenen!

 

In januari van dit jaar waren we hier allemaal wél Charlie

maar géén van ons was er welbeschouwd de Sjaak.

Dat bleek Gerben Potman, die weigerde een Hebdo-poster

weg te halen van zijn raam. Dat raam werd tweemaal ingegooid.

Zijn daad was moedig, want daarin school gevaar voor lijf en goed;

ik zou dat nooit gedurfd hebben. Hij wel! Mijn Utrechter van het Jaar.