Peter Oostveen - Ik heb ’t de afgelopen maanden niet onder stoelen of banken gestoken: de Utrechtse politiek en de nu lopende (non) verkiezingsstrijd is dodelijk saai. Nog steeds geen politieke loopgraven-oorlogen met bijbehorend wapengekletter, geen bloedstollende debatten. Het ó zo voorspelbare 'Qatar-debat' van vorige week, ik zal er geen millimeter schrijfruimte aan verspillen.

Maar mijn observaties zijn niet onopgemerkt gebleven. Ik heb zowaar uit volstrekt onverwachtse hoek op dit punt bijval gekregen. En niet van de minste, zelfs ons aller burgervader, de heer Van Zanen, heeft gemeend hierover een signaal af te moeten geven.

Uitschelden
In het magazine van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 26 januari jongstleden laat Van Zanen optekenen dat hij zijn raadsleden geadviseerd heeft'"de straat op te gaan en zich uit te laten schelden". Geheel overeenkomstig inmiddels goed Utrechts gebruik voegt hij er wel  "voor mijn part" aan toe, wat in dit geval een soort synoniem is voor 'desnoods' of 'bij wijze van spreken dan'. Waar hebben wij deze woorden eerder gehoord?

Het advies van de heer Van Zanen aan de raadsleden en de (tsja, hoe moet je dat nu noemen) indirecte oproep, aansporing of uitnodiging aan de inwoners van Utrecht is op z’n minst markant te noemen. Waar de voltallige raad hyper sentimenteel, dramatisch en potsierlijk uitroept niet met de PVV te willen samenwerken ("omdat het debat respectvol en in waardigheid dient plaats te vinden”) geeft de burgemeester min of meer op luchtige wijze groen licht voor het (desnoods) uitschelden van zijn eigen raadsleden.

Uitschelden, ’t zit niet echt in m’n genen. Ik kan me niet heugen wanneer ik voor ’t laatst iemand heb uitgescholden. Maar ja, de aansporing hiertoe komt niet van de minste. So, let’s give it a try. Maar vervolgens, welke raadsleden lenen zich er nu ’t meest voor om uit te schelden? En waarvoor scheld je ze dan uit?

VVD
Ik bedacht dat de Utrechtse VVD'ers er nog ’t meest voor in aanmerking komen om uitgescholden te worden. Zij immers hebben voor zichzelf een toepasselijk equivalent voor “oliebol” gecreëerd.

VVD-raadslid Van Eijndhoven zou voor mij nog ’t meest gemakkelijke doelwit zijn. Je kunt er de klok op gelijk zetten: als de bij de VVD ó zo geliefde lekkernij in de bonus zit, dan loopt Van Eijndhoven met volgeladen boodschappentassen door mijn straatje. Ik besloot in mijn portiek een strategische positie in te nemen.

En ja hoor, daar kwam hij al in mijn vizier. Monter als altijd en de tassen met “’t bruine goud” als een trofee stevig in de beide handen geklemd. Ik wachtte geconcentreerd mijn moment af. Toen hij op twee meter afstand van mijn portiek passeerde besloot ik toe te slaan. Ik stootte het “hé bitterbal” krachtig en geïnspireerd uit mijn middenrif omhoog, maar jammer maar helaas, de bedoelde scheldkanonnade eindigde als een gedempte boer tussen tong en gehemelte. Ik had jammerlijk gefaald.

Voor een vocale uitbarsting was ik, zo bleek, toch nog net iets te timide. De heer Van Eijndhoven hoorde de gesmoorde luchtverplaatsing. “Gezondheid, meneer Oostveen”, en hij reikte mij behulpzaam een papieren zakdoek aan. “Voor als u zo meteen wellicht weer moet niezen”. Ik zuchtte.

Stadsbelang Utrecht
Wat nu, nieuwe poging, ik besloot wat om me heen te kijken. Hé daar liep Cees Bos van Stadsbelang Utrecht. Daar kon ik wel wat mee. Hij had tijdens een debat wel eens olijk geroepen dat hij “Thunderstruck” van AC/DC op ’t Domcarillon wilde horen. Dat vroeg alsnog om een vocale afstraffing.

Vanaf vijf meter riep ik “hé metalhead” naar ‘m. Ah, dat ging al stukken beter dan mijn eerdere poging. Ik herhaalde ’t diverse keren. Ik zag onmiddellijk wat er mis ging. De heer Bos zag door mijn open hangende leren jas mijn zwarte T-shirt van “Metallica” en hij beschouwde mijn gescheld als een (geuzen-)begroeting, vergelijkbaar met buschauffeurs die bij ’t elkaar passeren even de hand naar elkaar opsteken.

De heer Bos pakte zijn luchtgitaar, sloeg een akkoord aan en begon onder ’t krijsen van “A whole lotta Rosie, a whole lotta woman”, zo’n andere hit van AC/DC, te headbangen. Het tafereel trok de aandacht van omstanders en werkte dermate prikkelend dat hij in no time omringd werd door een tweede luchtgitarist, een luchtbassist en een luchtdrummer. Onbedoeld was ik getuige van een wild dansende AC/DC tribute-luchtband in een soort metal-versie van “La La Land”.

Kansloze missie
Het drong tot me door dat mijn pogingen om raadsleden uit te schelden deel uitmaakten van een voor mij kansloze missie. Gedesillusioneerd besloot ik mijn pogingen te staken en huiswaarts te keren.

Meneer Van Zanen. Ik heb ’t geprobeerd, ik heb ’t echt geprobeerd, maar raadsleden effectief uitschelden is nog niet zo eenvoudig. Heeft u wellicht nog andere suggesties om de verkiezingsstrijd wat op te leuken: raadsleden jonassen?, raadsleden met pek en veren door de binnenstad opjagen?, raadsleden op ’t Domplein in ‘t schandblok?

Welnu laat mij een tegensuggestie doen. Laat de raadsleden zich onthouden van bijvoorbeeld die onophoudelijke stroom aan “vrolijke twitterpropaganda”, excessen als “bitterballengate” en “Qatar-spelletjes”. En laten zij met elkaar en de Utrechtse kiezer als volksvertegenwoordigers echt in debat gaan over zaken als algemeen belang, inspraak, rechtsbescherming en hierbij de rechtsstaat en democratie centraal stellen.

Ik verzeker u, dat lijkt dodelijk saai, maar juist deze fundamentele zaken kunnen voldoende vuurwerk opleveren en zullen eventueel levende behoeften tot “’t uitschelden van raadsleden” geheel wegnemen.