Peter Oostveen - “De geest van Leefbaar ligt weer op straat in Utrecht”, zo kopte eind oktober de column van Maarten Venderbosch in het AD/UN, naar aanleiding van het overlijden van Toon Gispen, voormalig wethouder van Leefbaar Utrecht.

De column verhaalde over de stormachtige opkomst van Leefbaar Utrecht eind jaren negentig. Een heroïsch verhaal over een Gideonsbende die vanuit het luchtledige als een niets ontziende orkaan het toenmalige regenteske stadsbestuur versplinterde. Met eerst negen en in 2000 maar liefst veertien zetels werd de gevestigde politieke orde totaal weggevaagd.

Tumultueuze tijden braken aan. Henk Westbroek zorgde voor verbaal vuurwerk, de wethouders droegen bijnamen als “Het Keffertje” (Walther Lenting) en “Paarse Furie” (Yet van den Bergh).

De stad was door Utrechters weer terug gegeven aan de Utrechters. Vanzelfsprekend ging dit gepaard met rellen en schandalen met de heftigheid van barensweeën bij een stuitligging. Gevolg: het waren Gouden tijden voor met name de lokale media. Mooie verhalen uit lang vervlogen (onrustige) Utrechtse tijden.

Mediadebat

Ik moest er vorige week bij het Utrechtse Mediadebat in TivoliVredenburg aan terugdenken. Tijdens dit debat presenteerden diverse afgevaardigden van de lokale media zich in panelvorm aan de toehoorders en deelnemers.

Na een werkdag die voor mij al om 05.00 uur begonnen was moest ik vechten tegen de slaap. Hoewel de situatie in de huidige “regentenpolitiek” op z’n minst net zo alarmerend is als eind jaren negentig, toonden de lokale media zich daar nauwelijks van bewust. Geen activisme te bespeuren, geen scherpe analyses, geen blijk van politieke antennes. Ook geen blijk van urgentie of het besef dat juist de lokale media moeten fungeren als bloeddorstige waakhonden van de plaatselijke democratie en rechtsstaat. Niets van dit alles. Het was mat, saai, lauw en het debat bracht mij als kersverse bezoeker geen seconde op het puntje van mijn stoel.

Ik had er een hard hoofd over in of deze lokale media, als er nu ergens ondergronds een “nieuwe Leefbaar Utrecht-revolte” aan het smeulen was, dit zou oppikken. Zouden ze het opmerken, dit kunnen duiden? En, als ze dit al zouden kunnen, zouden ze tegenover bijvoorbeeld de adverteerders het lef hebben hun comfort-zone te verlaten. In hun berichtgeving de aandacht radicaal durven te verleggen van de eeuwige reeksen artikelen over de studentencultuur, de restauratie van De Dom (ja, er worden steigers tegen aan gezet), een pop-up condomerie, het Smartlappenfestival etc. etc., naar een veel minder sexy onderwerp “een politieke revolte”?

De matheid van het mediadebat gaf weinig aanleiding deze verwachting of hoop te koesteren. Kreten als onderzoeksjournalistiek, de kwaliteit van het openbaar bestuur, het juridische gehalte van de besluitvorming, inspraak, rechtsbescherming, plaatselijke democratie en/of rechtsstaat bleven zo goed als geheel onuitgesproken. Ronduit alarmerend, een plaatselijke media die vanuit een hippe hangmat met een rond buikje, zelfvoldaan en ingedut het Utrechtse bestuurlijke wereldje in alle berusting gadeslaat.

Leefbaar Utrecht

Alarmerender dan de deplorabele staat van de plaatselijke media is het gegeven dat er in Utrecht van alles op straat ligt, behalve de geest van Leefbaar Utrecht. Deze lijkt geheel te zijn verdampt. Natuurlijk, Utrecht is een sociaal stadje. Er zitten zat mensen in Wijkraden, maatjesprojecten of zetten zich in voor de voedselbank. Maar, als de gemeente tegen de wens van bewoners in massaal ondergrondse afvaldepots voor hun deuren plempt of parkeertarieven in onevenredige mate verhoogt, dan is het gemor niet van de lucht, maar van daadwerkelijk verzet of bestuursrechtelijke procedures is geen sprake.

Zowel door de media als de gemiddelde Utrechter wordt de kwaliteit van het Utrechtse gemeentebestuur nauwelijks ter discussie gesteld. De kwaliteit van de besluitvorming idem dito. Geen tekenen dus van een geest die onstuimig op de deuren van de raadszaal staat te beuken.

Zit er dan ergens een geest in een fles die ontkurkt moet worden? Is er ergens een lont naar een explosief kruitvat dat ontstoken moet worden? Ook hiervan vooralsnog geen tekenen.

In de hele wereld, en dus ook hier in Utrecht, lijken de mensen meer in de ban van populisme en sentiment dan van wetten, feiten en inhoudelijke argumenten. Het huidige Utrechtse gemeentebestuur spint hier garen bij. Een onophoudelijke stroom propaganda over de restauratie van ons plaatselijke icoon De Dom of weer een voltooid gedeelte van Hoog Catharijne (pagina's vol in AD over de komst van Ziggo) leidt de aandacht behendig af van impopulaire maatregelen zoals de eerdergenoemde afvaldepots en verhoogde parkeertarieven.

Populisme en sentiment zijn in Utrecht natuurlijk niet nieuw. Je zou zelfs kunnen stellen dat deze wellicht eind jaren negentig in een soort 'light-versie' door Leefbaar Utrecht zijn geïntroduceerd. Ik hou er dan ook ernstig rekening mee dat de geest van Leefbaar Utrecht niet op straat ligt, maar zich voor het onderdeel sentiment (en de bijbehorende propaganda) in de genen en haarvaten van ons huidige gemeentebestuur genesteld heeft.