Peter Oostveen - Oh oh oh, wat gaan we weer lekker los op ons 'Utrechtse fenomeen' Marcello. Marcello schopt stennis bij de redactie van internetcourant DUIC, tumult alom, politie erbij en huppakee met foto’s en al op internet.

Als Ellen Bijsterbosch van D66, PVV-opponent David Bosch met ene 'Bill' vergelijkt, dan is op social media de wereld te klein: “dit is op de man spelen, dat kan niet” kopt ook een krantartikel. Maar, als Marcello in de media wordt afgeschilderd als 'Zingende Steunkous', dan wordt hij geacht zich dit stilzwijgend te laten welgevallen. Geen collectieve verontwaardiging of afkeuring, (minachtend) gegniffel is zijn deel.

Het antwoord op de vraag of politici in verkiezingstijd meer moeten dulden dan gewoonlijk is voor mij niet zo heel boeiend. De waarheid ligt ongetwijfeld ergens in het midden: satire en persiflage mogen altijd, zaken als uiterlijk en gezondheid (steunkousen) uitvergroten liggen al gauw gevoelig.

Wat vooral opvalt is dat voor Marcello publiekelijk blijkbaar andere maatstaven gelden dan voor de overige (kandidaat) politici. Over Marcello wordt bijvoorbeeld gezegd dat het zorgwekkend is dat een kandidaat-raadslid zo lichtgeraakt is. Of dat uit zijn kandidatuur blijkt dat mensen te gemakkelijk kunnen meedingen naar een raadszetel.

Ik vraag me af in hoeverre hier sprake is van collectieve kokervisie of misplaatste collectieve verontwaardiging. Mijns inziens is er met Marcello niet veel aan de hand dat zou maken dat hij niet naar een raadszetel zou mogen solliciteren. Sterker nog, hij beschikt over allerlei eigenschappen die onze gemeenteraad zeker niet vreemd zijn. Een gemeenteraad die door de decennia heen verre van een toonbeeld van stabiliteit en degelijkheid is geweest. Als de dichter Dante in deze tijd had geleefd, dan had hij uit de Utrechtse raad voldoende inspiratie kunnen halen voor ’t schrijven van zijn “Goddelijke Komedie”.

Van Marcello wordt bijvoorbeeld gezegd “dat hij knap intimiderend kan zijn”. So what, vorig jaar zomer zou D66-raadslid Sienot (nu kamerlid) Cees Bos van Stadsbelang Utrecht de woorden “ik maak je kapot” hebben toegebeten. Burgemeester Van Zanen moest er als bemiddelaar tussen springen om de boel te sussen. En zeg nu zelf, een burgemeester die zijn raadsleden oproept zich “voor zijn part” door de Utrechtse kiezers te laten uitschelden, draagt deze ook zelf niet een beetje bij aan verruwing van omgangsvormen (VNG-Magazine 26/01/18)? Een oproep overigens die rechtstreeks in gaat tegen het voor onze Utrechtse bestuurders geldende agressieprotocol.

Van Marcello wordt ook gezegd dat hij er apart uitziet. So what, volgens mij herbergt ook de fractie van GroenLinks nog altijd een zeer kleurrijk raadslid. Als deze, niet gehinderd door zijn á symmetrische kuif, met hoge snelheid door mijn straatje fietst, dan oogt deze ook meer als een achtergebleven Tour de France-renner met bolletjes- of regenboogtrui dan als een raadslid. En, beschikten wij in het verleden ook niet over een wethouder met dermate markante truien dat één ervan nu in ’t Centraal Museum als kopstuk uit de collectie prijkt?

Marcello zou verder een fantast zijn. Oh ja, in ’t verleden bood onze VVD-fractie gastvrij onderdak aan de heren Wilders en Zijlstra. Beide zijn heren die een naam (of noem ’t gerust een reputatie) hebben als ’t gaat om “het creëren van hun eigen werkelijkheid”. Hoor je daar in dit verband nu iemand over?

Marcello zou het als straatmuzikant wel eens aan de stok hebben met het gezag en horecaondernemers. Ach, in een gemeente waar ’t doodnormaal gevonden wordt dat omwonenden van De Dom iedere nacht 32 keer getrakteerd worden op ’t onbarmhartige metaalgebeuk van ’t carillon (85-100 decibellen) wordt schaamteloos jacht gemaakt op een zanger/fluitist of orgelman Joop Budding. Hoe serieus kunnen we dat argument nemen?

In dit verband moet ik ook terugdenken aan een bekende wethouder die in het verleden zeer regelmatig mijn looproute naar ’t Centraal Station deelde. Voor de ogen van tientallen braaf wachtende burgers beende hij tot mijn ontzetting stelselmatig door het rode stoplicht. Het adagium dat “de wethouder zich aan de wet houdt” gold niet voor hem. Deze wethouder stond blijkbaar ook boven de wet.

Nee hoor, er is met Marcello niets aan de hand dat hem tussen de overige raadsleden zou doen misstaan. Hij beschikt over dezelfde geloofsbrieven als zijn huidige concurrenten en voorgangers/sters.

De democratie en rechtsstaat in Utrecht zijn al jarenlang doodzieke patiënten die door charlatans met placebo’s en noodverbanden ziek gehouden worden. De dubbele moraal ten aanzien van de kandidatuur van Marcello toont mijns inziens aan dat de tijd van symptoom bestrijding nu achter ons moet liggen en de charlatans plaats moeten maken voor degelijke en professionele geneesheren/vrouwen.