Nestorix - Zo af en toe word ik ingeschakeld als hulpje op de school van mijn kleindochter. Kerstliedjes zingen met een kerstmuts op terwijl de kinderen binnenkomen voor hun kerstdiner. Als begeleider mee naar een museum omdat mijn kleindochter van mening is dat Opa veel meer weet van de collectie dan haar ouders.

Zo viel mij vorige week de eer te beurt om op vrijdagmiddag met een groepje van zes kinderen iets buiten te doen in de natuur. Ik mocht het helemaal zelf uitzoeken.

Wat doe je dan? Ik besloot om met ze van school naar fort Blauwkapel te wandelen. Vanaf station Overvecht door het park langs het spoor.

Zelf vind ik de forten van de waterlinie altijd heel fascinerend. De combinatie van geschiedenis, de waanzin van oorlog en tegelijkertijd de relatieve rust en natuur zo dicht bij de stad.

Zeker jongetjes vinden zo’n fort altijd spannend. De bunkers, de dikke muren, de schietgaten. Tweehonderd jaar geleden aangelegd om de vijand buiten de vesting Holland te houden. Een klein dorpje voor veel geld omgebouwd tot een bolwerk. Het oude kerkje met zijn oude steentjes en al die kleine stukjes oud glas, gevat in lood. Er valt genoeg te vertellen.

Een van de jongetjes was Abdoullah en hij hing aan mijn lippen. Of er hier ook echt gevochten was? Nee, dat was er niet op fort Blauwkapel. Toen het moment daar was om haar nut te bewijzen, vloog de vijand er gewoon over heen met zijn Stuka’s, Dorniers en Messerschmitts. Die driehonderd soldaten die hier gelegerd waren kwamen niet aan vechten toe.

Abdoullah vertelde mij dat zijn ouders uit een stad in het oosten van Afghanistan gevlucht waren. Gevlucht voor de Taliban. Opeens keek hij mij doordringend aan met zijn heldere donkere ogen en vroeg: “Vincent, waarom vechten mensen eigenlijk altijd met elkaar?”

Mijn eerste opwelling was om te antwoorden dat ik op die vraag ook heel graag een antwoord zou willen krijgen. Omdat hij mij het gevoel gaf dat hij van een ruim zestigjarige opa meer inhoud verwachtte dan zo’n onwijkend antwoord, legde ik hem uit dat mensen meestal vechten om de macht, om te laten zien dat ze sterker en belangrijker zijn dan de ander. Om hun wil en hun gelijk op te leggen. Abdoullah zuchtte diep en zei: “Ik vind vechten stom en gemeen”.

Ja Abdoullah je hebt groot gelijk. Vechten is stom en gemeen en het feit dat jij mij dat vertelt, geeft me in aanloop naar de vijfde mei meer hoop op vrede dan alle onderhandelaars en diplomaten bij elkaar.