Nestorix - Jongstleden donderdag mocht ik een bijeenkomst van Utrechtse wijkraadsleden en gemeenteraadsleden voorzitten. Naast de wethouders Jongerius en Everhardt gaven bij deze speciale raadsinformatieavond ook een flink aantal wijkregisseurs, zoals de vroegere wijkmanagers thans genoemd worden, acte de presence.

Directe aanleiding voor de bijeenkomst was het (boze) vertrek van de voorzitter van de wijkraad Leidsche Rijn (Xander Coolen) en alle discussie, via de lokale- en sociale media, die daarop volgde.

Het grote ongenoegen over de burgerparticipatie in Utrecht, dat via die discussie boven kwam drijven, had de gemeenteraad niet onberoerd gelaten. Alle politieke partijen waren vertegenwoordigd en behalve de wijkraad Zuid, maakten alle overige wijkraden graag van de gelegenheid gebruik om de vingers op een aantal zere plekken te leggen.

Te laat betrokken worden bij de besluitvorming, weinig empathie met burgers die hun vrije tijd en kennis leveren om de stad en de besluitvorming beter te maken, teleurstellende afhandeling van adviezen en grote verschillen tussen diensten/ ambtenaren waar het om het contact en de samenwerking met wijkraden gaat.

Voor iemand die al wat langer meeloopt in het Utrechtse participatiegebeuren niet veel nieuws onder de zon. Toch was het geen vervelende “zeur”avond. Integendeel. De betrokkenheid met de stad en de wil om het beter te laten lopen dan nu gebeurt, spatte van de bijdragen af.

Een aantal wijkraden gaf mooie voorbeelden van hun initiatieven om het beter te laten draaien. Na ruim tien jaar blijken de wijkraden nog springlevend. Dat neemt niet weg dat er wel het nodige zal moeten gebeuren.

Zo moet er helderheid komen over de status van de door het college, onder de slogan “Utrecht maken we samen”, georganiseerde stadsgesprekken. De angst dat de ambtenaren enthousiast met de suggesties uit de stadsgesprekken, als ware het de wil van het volk, aan de gang gaan zonder zich af te vragen hoe die suggesties in de verschillende wijken uitpakken, werd door meerdere deelnemers onder woorden gebracht.

Ook werd van meerdere kanten gewezen op afspraken die eerder gemaakt zijn en die in een convenant zijn vastgelegd. Het zou al heel veel schelen als iedereen in de gemeentelijke organisatie zich om te beginnen maar eens simpelweg aan die eerdere afspraken zou houden. Aan het eind van de bijeenkomst hebben de aanwezige raadsleden en ook de wethouders beloofd dat ze serieus met de opmerkingen en suggesties aan de gang gaan en dat het dus niet zal verlopen volgens het principe: “Zij dronken een glas, zij deden plas en alles bleef zoals het was.”

Dat zou heel verstandig zijn want als men werkelijk meent dat we Utrecht samen moeten maken, dan zijn de wijkraden als ogen en oren van de wijk veel te waardevol om te verontachtzamen.