Rene van Maarsseveen - Mark, een Engelse vriend die ik al jaren ken, is directeur Europa van een groot Amerikaans bedrijf. Twee keer per jaar komt hij naar Nederland. Dan logeert hij in een hotel op een centraal punt. ‘Om met de auto makkelijk alle richtingen uit te kunnen’, zeg hij.

Als ik hem opzoek in Oud London hebben we het over Utrecht, de Tour de France en de unieke hoerenboten in de Vecht. Die Utrechtse attractie kent hij alleen van foto’s in de toeristische publicaties. Hij kwam ze regelmatig tegen in Hotels, overal in Europa.

‘Die schuiten zijn uniek, meer nog dan de Wallen’, vindt hij, ‘ze symboliseren ook een zekere vrijheid die Nederland zo eigen is. Zoals coffeeshops en dergelijke’.

De seksboten zijn als onderwerp toevallig in het gesprek gekomen, nadat Mark een Deense folder uit zijn tas haalde waarin een foto van de boten staat in een collage met de Dom, Holliday Inn, de Jaarbeurs en de Oudegracht. Het ziet er inderdaad schilderachtig uit, die avondfoto met al die lichtjes, enkele vrouwen voor hun raam en de oplichtende remlichten van voorbijrijdende auto’s.

‘Het is vandaag precies een jaar geleden gesloten’,  vertel ik, hoewel ik weet dat ik er wellicht een paar dagen naast zit. Mark kijkt me ongelovig aan. Ik knik om mijn eigen uitspraak te bevestigen. ‘Ja, echt’, laat ik er op volgen, ’er waren vermoedens van mensenhandel en de hele handel werd gesloten.’

‘My goodness’, reageert Mark, een kreet die hij vaker gebruikt als hij even geen woorden heeft. Vaak staart hij daarbij ook even naar punt waar een muur het plafond raakt.

‘We hadden een impotente burgemeester, sorry, incompetente burgemeester’, grap ik ter verklaring. Mark glimlacht. ‘Het zal wel een politiek spel zijn geweest. Zoals altijd hoor je nog niet de helft. De nieuwe burgermeester zei bij zijn aantreden dat hij het probleem direct ging aanpakken, maar hij is waarschijnlijk al teruggefloten. Van zijn stoere woorden is niets meer over’.

Mark knikt bevestigend. Hij is een soort gemeenteraadslid geweest in Cambridge, een afgevaardigde. Hij heeft het wel eens uitgelegd, maar hun systeem is anders dan dat van ons. ‘Dingen komen en gaan, René’, zegt hij tenslotte, ‘soms ten goede’.

‘Als je die foto ziet heeft het wel iets aantrekkelijks die boten’, zeg ik, ‘op de Wallen, waar ook niets meer van over is, liepen meer toeristen dan hoerenlopers. Dat zal bij die boten niet anders zijn geweest’.

‘Maar de behoefte aan prostituees zal niet minder worden na het verdwijnen van die boten’, zegt Mark.

‘Nee, dat denk ik ook niet. En de controle is nu alleen maar slechter, want die meisjes werken nu vanuit huis, hotels en andere plekken’, zeg ik ter afsluiting.

Ik kijk nog één keer naar de foto. Het doet me denken aan een foto die ik ken van de Magere brug in Amsterdam. En zo verlaten we het onderwerp hoeren bij de Rode brug om te praten over de ontwikkelingen rondom mijn fotoarchief.

Rene van Maarsseveen