Rene van Maarsseveen - “Zijn die hekken al op de Domtoren geplaatst?”, vraagt Mark, een Engelse vriend met wiens gezin ik een paar jaar geleden de Domtoren beklom. Een paar maanden geleden vertelde ik hem dat er iemand naar beneden was gesprongen en dat er mogelijk hekken worden geplaatst.

“Ik weet het niet”, antwoord ik, “volgens mij wordt het onderzocht”.

“Wat wordt er dan onderzocht?”,  is Marks volgende vraag.

“Nou, gemeentemensen kennende zal het er wel om gaan wat voor hekken er moeten komen. De vraag óf er hekken moeten komen bedenken ze hier niet. Elk jaar een springer en de rest van de burgers kan boeten met zo’n stom hek. Alsof iemand die dood wil geen alternatief zal bedenken”.

Mark lacht. Hij was als directeur Europa van een Amerikaans bedrijf tot voor kort vaak in Utrecht. Volgens hem is Utrecht een ideale locatie tussen Amsterdam, Stockholm, Keulen, Brussel en nog zo wat plaatsen waar hij voor zaken heenreed. We hebben het vaak gehad over culturele verschillen. Elk land en elke plaats heeft zijn eigenaardigheden en gekkigheid, zegt hij altijd, maar ook zijn leuke en opvallende oplossingen.

“Hoe vaak denk je dat er bij ons in Cambridge iemand van een historisch gebouw springt?’, reageert Mark met een retorische intonatie in zijn vraag. “jongen, daar is met hekken niet tegenaan te werken. Bovendien wil je toeristen en bewoners dat toch niet aandoen, al die noodoplossinkjes vanwege een gek of wanhopige. Die windmolens en andere moderne onzin zijn ook bij ons al fotovervuilend genoeg”.

“Ik geloof dat ze zich bij de gemeente Utrecht vooral druk maken over de mensen die beneden staan en het zien gebeuren”.

“Njah… het is natuurlijk ook geen aangename situatie. Maar op een auto- of fietsongeluk zit je als passant toch ook niet te wachten. Shit happens”.

“Al met al zitten er dus twee kanten aan die hekken op de Domtoren. Eerst de beslissing of je überhaupt zelfmoorden moet voorkomen en daarna waar je dan voor kiest om het te voorkomen”.

“En jij denkt dat ze bij jouw gemeente de eerste stap hebben overgeslagen?”

“Ja, maar ook de tweede. Want de afweging is of je een belangrijke toeristische attractie wil vervuilen met zo’n hek of dat er wellicht andere oplossingen zijn. Ik kan me voorstellen dat iemand die zelfmoord wil plegen zich anders gedraagt. Een gids of kaartjesverkoper zou, evenals een ervaren douanier, zo’n persoon er uit kunnen halen of in de gaten kunnen houden”.

“Daar kan ik me iets bij voorstellen. Zo’n Domtoren is toch een op zichzelf staande, besloten trekpleister. Dat is anders dan de vele openbare en makkelijk toegankelijke gebouwen bij ons”.

“Een aantal jaren geleden is er een bekende popartiest van het Hilton hotel gesprongen. Daar zullen ze echt geen hekken hebben geplaatst om navolging tegen te gaan”, gooi ik er even een andere invalshoek in.

“De junge Werthers die zich aangesproken voelen hun idool te volgen”.

“Ja zoiets. Ze zouden bij de gemeente gewoon moeten wachten tot er een bekende Nederlander van de Domtoren springt. Dan is het plaatsen van hekken wellicht zinvol om er geen bedevaartplaats voor, hun voorbeeld volgende, zelfdoders van te maken”.

“Maar, als ik het dus goed begrijp moet ik snel zijn als ik Utrecht nog van grote hoogte wil zien zonder me in een gevangenis achter een traliehek te wanen”.

“Je weet het maar nooit. Als je de stad vanuit het centrum wilt zien zou ik zeker snel nog eens de Domtoren beklimmen. Anders zijn er talrijke andere gebouwen van waaraf je de stad panoramisch kunt bewonderen. Minder hoog, maar hoog genoeg om ook daar een zelfmoordenaar tegen te kunnen komen”.