Louis Engelman - Soms vraag je je af of ze bij de gemeente Utrecht wel goed kunnen rekenen. Twee recente kwesties zijn er de oorzaak van dat ik mezelf deze vraag stel. Ze betreffen de verkoop van dertien panden in de Hardebollenstraat en van de monumentale villa Maliebaan 42.

Laat ik bij het eerste beginnen. Twee jaar geleden werd de stad eigenaar van de voormalige prostitutiepanden. Het gemeentebestuur wilde de straat opschonen, omdat er dingen gebeurden die niet door de beugel konden, zoals mensenhandel.

Voor een bedrag van 5,8 miljoen euro werd eigenaar De Graaf van Wegra BV uitgekocht. Tegelijkertijd werd de terugkeer als ‘rosse buurt’ geblokkeerd. De straat moest een heel ander karakter krijgen. Het zou een gezellige sociale plek moeten worden met creatieve ondernemers en met horecagelegenheden.

Dat lijkt te lukken, want de gemeente laat nu weten een belangstellende te hebben gevonden. Wie? Dat is nog onbekend. Maar zeker is wel dat deze potentiële eigenaar veel minder voor de panden wil betalen, namelijk 4,3 miljoen euro. Wat de stad een verlies van 1,5 miljoen euro oplevert. Omgerekend naar het totaal aantal van 13 panden is dat ruim 115 duizend euro per stuk. Een forse prijsdaling in een stijgende markt.

Maliebaan 42
Dan het monumentale gebouw aan de Maliebaan 42. Dit prachtige huis – inmiddels rijksmonument – werd in 1951 door industrieel Frits Fentener van Vlissingen aan de gemeente geschonken onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het daarna uitsluitend voor culturele of representatieve doeleinden mocht worden gebruikt.

In de in 1880 gebouwde stadsvilla vond de Kunstuitleen tot een paar jaar terug onderdak. Maar toen deze vertrok werd er vooralsnog geen nieuwe bestemming gevonden. Verkoop lag voor de hand, maar de afspraak uit 1951 met de industrieel zou, zo was de verwachting, een prijsdrukkende werking hebben.

Toen ontspon zich een nogal schimmig spel. Het begon met de (geheime) brief van 12 april 2016 van het college aan de raad over het ‘sponsortekort’ voor TivoliVredenburg. Wat dit ermee te maken heeft vereist enige uitleg.

Bij de voorgenomen bouw van de poptempel kwam de gemeente voor hoge kosten te staan. Afgesproken werd dat er ‘sponsors’ moesten worden gevonden om met een bedrag van in totaal 9 miljoen euro de bouwbegroting dekkend te maken. Tot dan toe was daarvoor nog maar 3,85 miljoen opgehaald.

In diezelfde brief schreven b. en w. echter in overleg te zijn met een ‘anonieme weldoener’ die voor 1,5 miljoen euro zou willen bijdragen aan de dekking van het begrotingstekort van het gebouw TivoliVredenburg. Hartstikke mooi dus.

Maar op 14 maart 2017 kwam de aap uit de mouw. In een nieuwe brief aan de raad werd onthuld dat er overleg was geweest met de kleinzoon van meneer Frits, namelijk met John Fentener van Vissingen, over de villa Maliebaan 42. En wat bleek? Deze wilde het pand best tegen marktwaarde terugkopen onder voorwaarde dat de afspraak met zijn opa zou worden opgeheven en hij het eerste recht van koop zou krijgen. Om toch aan de culturele doelstelling van de oude Fentener van Vlissingen te voldoen, kwamen beide partijen overeen dat de opbrengst in het sponsorfonds voor TivoliVredenburg zou worden gestopt. Iedereen blij.

Hoewel? In een brief van 5 maart van dit jaar kreeg de gemeenteraad te horen dat de villa inderdaad was verkocht, voor 1,9 miljoen euro. Ook werd er vermeld dat de woonfunctie weer mogelijk was gemaakt en er appartementen in mochten worden gerealiseerd. Later bleken dat er zes te zijn.

Opgewekt meldde het college dat die 1,9 miljoen euro bijdroeg aan het verkleinen van het ‘sponsor-tekort’ voor TivoliVredenburg. Directeur Frans Vreeke van het muziekgebouw zei in het UN dat daarmee het gehele tekort was weggewerkt, maar dat bleek onzin. Er staat nog steeds een bedrag van 3,25 miljoen euro open.

Koopje
Waar het mij om gaat, is dat de door de gemeente nota bene als ‘weldoener’ aangeduide koper, John dus, mijns inziens aanzienlijk zakelijker heeft geopereerd dan de gemeente. Ik heb daarvoor eens mijn oor te luisteren gelegd bij mensen die verstand hebben van onroerend goed in de stad. En dan is de conclusie dat de villa aan de prestigieuze Maliebaan minimaal 3 miljoen euro waard was. Zelfs met de ‘historische last’ erop is 1,9 miljoen een koopje.

Bovendien zullen de zes appartementen in het gebouw naar verwachting niet goedkoop zijn. Uitgaande van een verkoopprijs van zeven ton per stuk (laag ingeschat) voor de vier appartementen op de begane grond en eerste verdieping, plus vijf ton voor die in het souterrain en op de zolderetage, komen we uit op een totaal van 3,8 miljoen euro. Trek daar vier ton aan verbouwing af, dan blijft er zo’n 3,4 miljoen over. Min de aankoopprijs van 1,9 miljoen, dan resteert er toch nog circa 1,5 miljoen euro. Tel uit je winst.

Het is om die reden dat ik hier terugkom op de vraag of het Utrechtse gemeentebestuur wel goed kan rekenen. Zowel Wegra BV in de Hardebollenstraat als ‘weldoener’ John Fentener van Vlissingen (met Maliebaan 42) lijken behoorlijk garen te hebben gesponnen bij de transacties met de gemeente.

Gemeenteraadsleden, hebben jullie zitten slapen?