Louis Engelman - Het spijt mij zeer, maar ik moet u dringend verzoeken geen contact meer met mij op te nemen. Voor uw eigen veiligheid. Want ik blijk plotseling lid te zijn van een criminele organisatie. Tot vandaag wist ik dat niet. Maar vanmorgen is mij dat duidelijk geworden.

Die organisatie is de Coöperatie Laatste Wil. Twee oud-bestuursleden daarvan worden door het Openbaar Ministerie verdacht van het verstrekken van middelen aan mensen die niet langer meer wilden leven en lijden.  Daarmee zouden zij zich schuldig hebben gemaakt aan deelneming in een criminele organisatie die beoogt hulp bij zelfdoding te bieden.

Van die club maak ik dus ook deel uit. Dat beken ik onmiddellijk. Een paar jaar geleden heb ik het lidmaatschap aangevraagd. Om naar iedereen – mijn huisarts, mijn naasten en anderen – duidelijk te maken dat ik te allen tijde de regie wil houden over mijn eigen bestaan. Ook over het einde daarvan. Maar dat mag ik dus niet. Dat is crimineel.

Nou weet ik wel dat het wettelijk nog steeds niet is toegestaan om ‘laatstewilmiddelen’ aan iemand te verstrekken. En dat het OM er naar kijkt of de twee oud-bestuursleden dat toch hebben gedaan. Maar om dan meteen de hele coöperatie tot criminele organisatie te bestempelen, gaat wel erg ver.

Want waar moet ik nu voor vrezen? Gaat het Openbaar Ministerie nu ook onderzoek naar mij doen? Moet ik bang zijn dat er binnenkort een explosief voor mijn deur wordt gelegd, want dat schijnt binnen criminele organisaties tegenwoordig erg populair te zijn? 
Of gaat mijn bank mijn lopende rekening bevriezen, omdat deze zeker wil weten dat mijn pensioengeld niet uit misdadige activiteiten wordt betaald? Dat voelt ongemakkelijk. 

Maar veel onaanvaardbaarder is voor mij de gedachte dat de politiek mijn levenseinde bepaalt, zeker als dat inhoudt dat daarmee een lijdensweg moet worden ingeslagen. Dat is pas crimineel.