Tot en met de uitreiking van de Gouden Kalveren op 5 oktober entert de Cultuurpiraat (Raymond Taams) elke dag een cultureel veld in Utrecht.

vrijdag 28 september

Omdat twee jaar geleden ook zijn moeder stierf en hij verder nauwelijks familie heeft, beschouwt de Cultuurpiraat de hele stad als zijn huiskamer. Vrienden beginnen hem de laatste tijd te waarschuwen, zo van: pas op, straks word je de opvolger van de man met de lange grijze haren die altijd in zijn witte pak de Oudegracht op- en afloopt. Laatst, wandelend aan de zijde van een dame, raakte hij toevallig aan de praat met dit fenomeen in het Utrechtse straatbeeld. De dame kende hem persoonlijk. “Hij zegt altijd dat hij mensen beschermt door de Oudegracht op- en af te lopen”, vertelde ze.

‘Kijk’, dacht de Cultuurpiraat, ‘er zijn dus mensen die zich gesterkt voelen door de bescherming van de man in het witte kostuum'. 'Zo betekent hij al meer voor de samenleving dan de gemiddelde manager in de publieke sector’. Het opvolgen van zo’n grootheid was voor hem niet weggelegd, besloot hij. Niet dat hij een slecht mens is, maar ook niet per se heel goed, gewoon wat ondergemiddeld, zoals de meesten van ons.

Maar terug naar het concept van de stad als huiskamer. Er zijn van die momenten in het jaar dat de huiskamer extra gezellig aanvoelt, zoals tijdens de Parade en het  - vandaag weer begonnen - Nederlands Film Festival. Opgetogen wandelde de Cultuurpiraat voor de eerste keer het festivalhart binnen, dat zich deze editie in de Winkel van Sinkel bevindt. Er wachtte hem, net als op de Parade afgelopen zomer, een forse tegenvaller. De gratis Volkskrant die bezoekers voorheen elke dag konden meepakken, is niet meer.

Met het gevoel dat alles kariger wordt verliet de Cultuurpiraat het festivalhart. Buiten wachtte een zonovergoten Oudegracht, die prachtige huiskamer van hem.