Cees Grimbergen - Misschien goed als in het 70ste bevrijdingsjaar, 2015, meer aandacht wordt besteed aan kleine daden van verzet. Ik kom erop, doordat ik op een ansichtkaart met de afbeelding van een Duitse herder stuitte. Afzender? De Utrègse hond Kazan. Poststempel? Utrecht-station 1 juni 1943. Geadresseerde? Elvie Mussert, Nassaulaan 4, Utrecht.

Elvie was de hond van Anton Mussert en zijn vrouw Rie. Zijn mand stond inderdaad op Nassaulaan 4 - nu Prinses Marijkelaan 4 - waar de Musserts woonden. De aanhef luidt: ‘Hundenkameraad Elvie.’ En dan de tekst: ‘Jij hebt zeker een ausweis gekregen, want ik zie je nog steeds losloopen, terwijl ik aan mijn riem moet loopen. Was na mei 1940 eerst bang voor je dat je vrouwtje je nu in zou ruilen voor een Duitsche herdershond en dat jij vergast zoudt worden. Gelukkig maar niet, want dat gun ik mijn ergste vijand niet. Nu Elvie, tot kijk bij onze stamboom en laat mij dan je ausweis eens zien. Mis- schien krijg ik er ook een.’ Was getekend: ‘Tot kluif Kazan.’

De tekst op de prentenbriefkaart. Foto: Regionaal Archief Nijmegen

Verzet begint met kleine daden. Was dit zo’n kleine verzetsdaad?

Genegenheid tussen twee honden wordt door de schrijver verbonden met de gruwelijke actualiteit van de Holocaust. Elvie heeft bestaan, dat is zeker. Journalist Bert Bukman schrijft in zijn boek Anton over de dood van Musserts hond Rex in 1937. ‘We moeten een nieuwe hond hebben’, zei Rie, en drie dagen later kwam ze aan met Elfie, een mormel uit een nest in de buurt.

De hond heette dus Elvie of Elfie. Of misschien zelfs Elfje, zoals ik in Mussert & Co van journalist Tessel Pollmann lees. In dat boek ook een foto van Rie Mussert met de zwarte poedel op schoot. Heeft Elvie bij het uitlaten in het Nassaupark, zoals het Wilhelminapark in de oorlogsjaren heette, Kazan ooit ontmoet? Of is de Utrègse verzetshond Kazan geheel ontsproten aan de fantasie van een machteloze stadgenoot?

Drie maanden voor haar man Anton op 7 mei 1946 werd geëxecuteerd, kwam Rie Mussert vrij uit gevangen- schap. Elvie kreeg ze gezond terug van het echtpaar dat het beest tijdens haar gevangenschap opgevangen en verzorgd had. Aan de Haagse gevangenispredikant van haar man, dominee Reusen, schreef Musserts vrouw dat het hondje voor haar ‘een heele troost en afleiding’ vormde. 

(Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het AD/UN van 23 december 2014).