Muzikant en muziekmaker Lenny Laroux (Allez Mama) bespreekt de nieuwe CD van Theo Mackaay.

Eindelijk, ik ken veel mensen die lang op dit moment hebben gewacht: een CD - met meteen liefst 16 liedjes - met daarop de stem van Theo Mackaay. Die Theo Mackaay, de beeldend kunstenaar en vroegere (mede-) zanger en gitarist van de Utrechtse groep Braak, de popgroep die eind jaren zeventig een van de trendsetters was van de Nederlandstalige popmuziek, geeft eindelijk gehoor aan de vraag die bij velen leefde.

Zoals bekend had hij daarvoor wel een stevig duwtje in de rug nodig van zijn compaan: de helaas vorig jaar overleden Hans Kosterman, waarmee hij bij Braak al veel liedjes schreef. De meeste nummers op dit nieuwe album (getiteld Met de hemel weet je het nooit) zijn dan ook van hen samen. Andere bijdrages komen van Simon Been (ook ex-Braak) en Willem Velema.

Het album, waar vier jaar aan is gewerkt, opent zowel muzikaal als tekstueel sterk en herkenbaar, zoals we dat van Kosterman en Mackaay gewend zijn. De toon wordt direct gezet. Weemoed, hunkering en verlangen voeren de boventoon. En dat is ook waar de liefhebber van hun muziek zo lang op heeft gewacht.

Je wordt vanaf het eerste moment bediend in je verlangen met pareltjes als, ‘Ik moet vergeten’,  ‘Zeg me waarom’, het dromerige, Kenny Rankin-achtige, ‘Dansen op het water’ en zeker het titelnummer ‘Met de hemel weet je het nooit’  

Samen met Hans Kosterman heeft Theo geschaafd en gebeiteld aan gebroken liefdes en eenmalige, spaarzame geluksmomenten. Met vaak het verleden als last op de schouders.

‘Mijn dochters mama’ is voor mij dan ook onmiskenbaar het vervolg van ‘Dans van de maagd’ van de Heldenkermis LP uit 1981. Ook in de liedjes ‘Ik denk aan jou’ en ‘Film voor daglicht’ schijnt het Braak verleden nog sterk door.

Verder geven de nummers een americana en soms countryachtige sfeer. Hetgeen muzikaal, denk ik, de invloed en erfenis moet zijn van Kosterman, die in 2012 ruim twee jaar voor zijn overlijden, de CD ‘Hollandicana’ uitbracht. Bij het nummer ‘Liefde zonder vrees’ komt die sfeer het beste uit de verf.

De stem van Theo Mackaay, zoals altijd licht overgearticuleerd, draagt alle nummers weer wonderschoon op dit album. Kippenvel geeft me het, te lieve, nummer ‘Zonder jou’. Als zanger moet je daarbij ongetwijfeld denken: “Had ik maar één zo’n stemband” (vrij naar Bomans).

Muzikaal is er in dit album subtiel omgegaan met de toevoeging van muzikanten. Buiten de brede inzet van multi-instrumentalist en producer Matthijs Spek is er duidelijk nagedacht over hoe bijvoorbeeld de pedal steel, gespeeld door Rene Van Barneveld, De slide gitaar van Han Bavinck en de cello van Oliver Parr zijn ingezet. Dat maakt het album, hoewel de nummers het op een simpele akoestische gitaar ook goed zouden doen, uiteindelijk af.

Theo Mackaay verdient een breed luisterend oor en als dat niet lukt blijft hij ons eigen geheim genot. Toch nog even een waarschuwing. Het album is niet hapklaar voor beginners. Ook op dit album zijn refreinen, waar mogelijk, zorgvuldig vermeden.  Maar als het kleinood eenmaal beklijft wil je meer! Hoor je dat Theo. Wil je meer!

De CD is verkrijgbaar in de platenzaken na de presentatie op 1 november in (het uitverkochte) TivoliVredenburg. Een extra concert in het Muziekcentrum in een 'unplugged versie is gepland op 10 december, daar zijn nog kaarten voor.