Henk Oldenziel bezocht het restauratieatelier van Museum Speelklok, en schreef bijgaand artikel.

Door Henk Oldenziel - Het voelt nostalgisch wanneer ik het restauratie-atelier van het Museum Speelklok binnenstap: als voormalig bewoner van een klokkenstad in de Zwitserse Jura, het gebied waar de speelklok  is uitgevonden, voel ik mij helemaal thuis tussen soms eeuwenoude klokken, orgels en speeldozen.

Klokken wachtend op restauratie. Foto: Oldenziel

Het atelier is sinds de jaren '70 gevestigd in een voormalige veilinghal, ingeklemd tussen het Flora’s Hof en de Donkere Gaard: toen de eigenaresse en bewoonster van het pand, mevrouw Beijers, in 2006 overleed schonk zij de ruimte aan het museum Speelklok. 

Lois Tonen (23) is de jongste van de restauratoren. Voor haar studie uurwerktechniek in Schoonhoven – ‘Een uitstervend beroep, werk is gerarandeerd’ – loopt ze stage in het atelier. ‘We restaureren vooral de instrumenten die we in het museum hebben staan. Klokken, orgels en speeldozen. Heel sporadisch nemen we een instrument van een particulier aan, als het nuttig is voor onderzoek’.

Een restaurator aan het werk. Foto: Oldenziel

De mechaniek achter de instrumenten is complex en gevoelig. In een cilinderorgel zit, zoals de naam het zegt, een cilinder, daaromheen een lange metalen strook met pinnen die voor de muziek zorgen. ‘Deze cilinder beweegt zowel om zijn as als in de breedte van het instrument, als een spiraal’, legt Lois vakkundig uit. ‘Zo duurt een melodie langer’.  In een speelpop zit een veersysteem om het beweeglijk te maken wanneer je het afspeelt.  

Al deze onderdelen, groot of klein (pinnen,trommels, wieltjes…) moeten worden schoongemaakt, gerepareerd of vervangen. Lois: ‘We gebruiken ammonia om te ontvetten, dat maakt de viezigheid los. De te vervangen onderdelen komen van gespecialiseerde fabrikanten’. De binnenkant van een orgel is van hout en de onderdelen van de mechaniek van metaal: beide materialen worden in twee gescheiden ruimtes onder handen genomen. ‘Het stof van het hout mag niet in de klok komen, daar is het zeer gevoelig voor’, verklaart Lois. 

Dat de restauratoren – er zijn er in alle leeftijden -  éen zijn met de instrumenten blijkt wanneer we de bibliotheek binnenstappen: Hier staat een boekenkast vol met literatuur over klokken en speeldozen, evenals rijen LP’s.  Voor onderzoek maar ook ter inspiratie. ‘Oude instrumenten kunnen we moderne melodietjes laten spelen van bijvoorbeeld ABBA of Queen’, vertelt Lois terwijl ze de melodie van ‘Money money money’ van de Zweedse band ter gehore brengt.

‘Het is muziek in haar puurste vorm. Geen play-back. In éen jukebox of grammofoon stop je een plaat die je afspeelt, hier crëeren we het helemaal zelf’. Dit is wat het beroep zo mooi maakt. Lois’ droom is om ooit het klokkenspel van de Domtoren onder handen te nemen. ‘Daar komt een paar keer per jaar een andere melodie in, maar er is een wachtrij voor deze klus’, weet ze. 

Gereedschap van de restauratoren. Foto: Oldenziel