Panta Rhei! Utrecht, altijd in beweging. De rubriek van Willem Geijssen. 

Dinsdag, vandaag, is dan eindelijk weer de kap op de molen Rijn en Zon aan de Adelaarstraat weer teruggeplaatst. De klus heeft uren geduurd. Om 11 uur lag de kap nog op straat en werden er nog zware balken op gemonteerd. Om 17.00 uur was het eindelijk allemaal gebeurd.

De molen staat er dinsdagochtend nog kap- en wiekloos bij. Foto: W. Geijssen

Fotografen van onder andere De Telegraaf, AD en Stadsblad wachten geduldig tot het takelen begint. Foto: C. Chambone

De kap ligt klaar voor vervoer in de Adelaarstraat. Foto: W. Geijssen

Rijn en Zon, de naam van de molen verwijst naar de oorspronkelijke eigenaren Van Rhijn en Sonnenberg, die de walkorenmolen in 1745 plaatsten op het Paardenveld. Toen de molens moesten wijken voor een groenteveiling werd rond 1910 een nieuwe plaats gevonden op de Adelaarstraat. Dat was wel logisch, want dicht in de buurt stond immers meelfabriek ‘De Korenschoof.’

De gevelsteen van de in 1912 gesloopte oude molen kwam in de tuin van het Centraal Museum terecht en de nieuwe molen kwam gereed in 1913. Het is de hoogste molen van de provincie Utrecht.  

De molen is lang gebruikt als korenmolen, door de molenaars Korevaar, maar het verliep lang niet altijd zonder problemen. Integendeel, de geschiedenis van de molen wordt gekenmerkt door veel tegenspoed. Nee, nog net geen rampspoed. Hoewel het op 1 maart 1949 grondig mis ging toen er een storm opstak en de gebroeders Korevaar de controle over de molen verloren. De molen was voorzien van zelfzwichting, een systeem waarbij de kleppen bij toenemende wind verder opengaan en dat werkte nu letterlijk tegen. De kieft, een belangrijk onderdeel dat alles bijeen houdt, brak af en de wieken draaiden achteruit en de kleppen sloegen dicht.

De molen kwam pas tot stilstand toen alle kleppen eraf waren gewaaid en her en der verspreid lagen over de Adelaarstraat.

 De molen zonder wieken in de jaren ’70. Op de achtergrond de schoorsteenpijp van de toenmalige Utrechtse Melk Centrale. Foto W. Geijssen

In de jaren ’50 en ’60 was er geen geld voor restauratie en werd er zelfs gesproken over sloop of verplaatsing van de molen. Maar uiteindelijk zag men daar vanaf en bleef de molen staan, eerst met kale wieken, later zonder wieken, met enkel een zeer gehavende kap.

Het duurde tot 1977 voor er besloten werd tot volledige restauratie in de vorm van een nieuwe kap, nieuwe roeden en een nieuwe stelling. Dit werk werd uitgevoerd door Molenmakerij Saendijck te Zaandijk. De molen zou opnieuw als windmaalbedrijf gebruikt gaan worden en op 7 mei 1979 vond de opening van de bakkersmolen plaats. De molen ging in bedrijf met Jan Wilten als eerste molenaar, die er ook met zijn gezin ging wonen.

Hij zag er prachtig uit een eenvoudige blauwgeverfde baard en een witte bies, met daaronder het opschrift ANNO 1913 en daaronder in kleinere cijfers 1977. De grote gevelsteen stelt een boven water opkomende zon voor in uitbundige en felle kleuren, met de tekst:

Gevelsteen met opschrift. Foto W. Geijssen

‘ANNO 1913

De Rijn en Zon een zuiver bron

Met warme stralen

Tot Utrechts pronk belofte schonk

Om wel te malen.

Gesticht door JKorenvaar

MJ by Bouwkundige H.v.d.L en Co. Stucadoors.’

-

Toch kwam er door diverse problemen een eind aan het bestaan als productiemolen en draaide en maalde de molen slechts nog af en toe. De bakkerswinkel op de begane grond was geen haalbare kaart meer. Nu zit er al jaren een biologische slagerij in die uitstekend loopt. Begin 2011 werd besloten tot algehele stilstand van de molen, vanwege gekraakt voeghout en stond de molen er voor de zoveelste keer kaaltjes bij vanwege de eraf gehaalde fokken.

Maar dat is nu verleden tijd. Het zal nog even duren voor het allemaal echt af is, maar voorlopig zitten de kap en de wieken weer op de romp. Dat pikken ze ons niet meer af.

Plaatsing van een deel van de kap. Foto’s W. Geijssen