Door Henk Oldenziel - Welke rol moet de overheid spelen in de lokale nieuwsvoorziening? Zo luidde de centrale vraag donderdagavond tijdens het Utrechtse Mediadebat, waar het lokale journaille, veel voorlichters, politici en andere belanghebbenden op waren afgekomen op uitnodiging van de Utrechtse Communicatie Kring (UCK), de gemeente en TivoliVredenburg (waar het debat ook plaatsvond).

Stelling van de avond: het huidige mediamodel is hopeloos verouderd en daar moet verandering in komen. 

Traditionele media in Utrecht (RTV Utrecht, AD/UN) verliezen, zeker online, steeds meer terrein aan zelfstandige nieuwsplatforms die actievere en trouwere volgers hebben. In een inleiding zeiden Koen van Tankeren en Hans Scholten van de UCK dat er inmiddels in Utrecht 36 aanbieders van lokaal nieuws zijn, in verhouding met het bevolkingsaantal de meeste van de vier grote steden. 

Koen van Tankeren en Hans Scholten. Foto: Ton van den Berg

Behalve de bekende merken (krant AD/UN, internetkrant DUIC, omroep RTV Utrecht) draaien veel van die nieuwe nieuwsbrengers helaas veelal op vrijwilligers. Een verdienmodel ontbreekt vaak. Het vinden van een (rijke) investeerder lijkt de enige manier om deze platforms, soms gerund door hobbyisten, te financieren, onderstreepte media-onderzoeker Andra Leurdijk in haar inleiding. 

Hier lijkt een rol weggelegd voor de gemeente. De UCK pleit voor een openbaar nieuwsplatform, met open data, waar alle andere journalisten terecht kunnen. Alle handen op één buik.  Een transmediaal concept, waarin journalisten via diverse media (beeld, geluid, tekst) een verhaal vertellen. Onderzoeksjournalistiek, waar volgens velen groot gebrek aan is, zou via een aparte stichting gefinancierd moeten worden.

Maar hoe onafhankelijk is de journalistiek, als waakhond van de democratie, wanneer het financiële steun krijgt van de overheid? Die vraag bleef onbeantwoord. En is het inderdaad zo dat de gemeenteraad niet meer volop gevolgd wordt. Er zitten minder journalisten bij gemeenteraadsvergaderingen, maar dat betekent niet dat ze hun werk niet doen. ‘Ik volg de vergaderingen online en houdt via whatsapp contact met de raadsleden’, zo vertelt Telegraaf-journaliste Tessa Heerschop. Tijden veranderen, journalisten passen zich aan. 

D66-fractievoorzitter Jony Ferket gaat een stap verder: ‘Journalisten hoeven niet naar de raadsvergaderingen te komen. Wij zenden zelf, maar de verbinding tussen journalistiek en politiek mag beter’, zegt ze. ‘Persberichten schrijven kost alleen maar tijd’. Samenwerken lijkt een sleutelwoord.  

Nu heeft de politiek er altijd belang bij om journalisten te informeren, bewoners zelf doen dat minder. Burgerjournalistiek, een paar jaar geleden een trend, lijkt niet altijd te werken. Arjan Kroon, docent media aan de School voor Journalistiek, constateert dat het lastig is om burgers warm te maken om stukken te schrijven op een nieuwssite: ‘De hockeyclub heeft een website, meer vindt men niet nodig’.

RTV Utrecht heeft 'U in de Wijk', een programma en een website die bewoners uit Leidsche Rijn, Ondiep, Overvecht en Kanaleneiland een stem geven. Dat is een manier om de allochtone bevolking te bereiken, want dat gebeurt te weinig, vindt RTV Utrecht-journalist Marc van Rossum. 

En dan is het een feit dat velen (volgens een van de debaters vaak allochtonen en lager opgeleiden) genoegen nemen met gratis nieuws. Abonnementen op kranten of websites lopen terug. Vraag is of de overheid als verbinder hier een financiële rol in moet spelen en op welke manier (in Utrecht krijgt alleen RTV Utrecht overheidssubsidie). Of dat het vanuit de commercie moet komen, nog vaak een vies woord binnen de journalistiek. Het Utrechtse journaille is er nog niet uit, maar voor VVD-raadslid André van Schie is het duidelijk: ‘De overheid moet zijn handen afhouden van de media’. 

Was dat ook de conclusie van GroenLinks-wethouder Diepeveen, initiator van het debat? Hij ging die vraag uit de weg. Hij had veel gehoord maar het was niet aan hem om daar gevolgen aan te verbinden.