Het komt vaak uit een passie voort om bijzondere uitdagingen aan te gaan. Een voorbeeld daarvan zijn bedevaarten door pelgrims door de eeuwen heen. Fons Boink (69) liep en fietste vijf keer naar Santiago de Compostela.

Interview door Jan Jansen

‘Je hebt geen geluk nodig om gelukkig te zijn’, dat was de tekst op een bord langs de route van een van zijn pelgrimstochten naar Santiago de Compostela die Fons Boink maakte. Het was een tekst die zijn emotie op dat moment duidelijk weergaf, de intense beleving van de pelgrimstocht naar een vanouds heilig doel. Zijn katholieke achtergrond zal daar volgens zijn zeggen zeker een rol bij gespeeld hebben. Vroeger hadden pelgrimstochten een religieus karakter.

Pelgrims reisden eeuwenlang naar diverse oorden om relikwieën van heiligen te vereren. De bijna tweeduizend kilometer lange pelgrimstocht vanuit Utrecht naar Santiago de Compostela is alom bekend en wordt als inspiratie nog steeds door mensen uit vele landen gelopen of gefietst.

De meeste pelgrimsnaar Santiago de Compostela doen dit tegenwoordig vanwege het cultuurhistorisch erfgoed op de route, vanwege de fysieke uitdaging of om geruime tijd in een heel andere omgeving te verkeren.Fons Boinkis lid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en heeft de tocht zelf twee keer ondernomen met de fiets en drie keer lopend. “Ik deed dat in de voetsporen van middeleeuwse pelgrims,”vertelt hij met trots. ”Toen in de negende eeuw het vermeende graf in het noordwestelijke deel van Spanje is ontdekt van de apostel Jacobus de Meerdere zijn de pelgrimstochten op gang gekomen. Santiago de Compostela lag toen in het christelijke deel van het door de Moren overheerste Iberische schiereiland.”

Fons Boink. Foto: Jan Jansen

Fysieke uitdagingen hebben Fons Boink altijd aangetrokken. “Toen ik in 1998 was gestopt met roken heb ik van het uitgespaarde geld een tourfiets gekocht. Een jaar daarop fietste ik de Elfstedentocht in Friesland van ruim tweehonderd kilometer op een dag. Daarna wilde ik graag in het buitenland fietsen en werd geïnspireerd door de tweeduizend kilometer lange pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Mijn drie jaar oudere zus Caroline wilde graag met me mee en mijn vrouw gunde me deze bijzondere uitdaging. Ik was in dienst bij het RIVM als toxicologisch onderzoeker en heb voorjaar 2003 van mijn werkgever tien weken verlof gekregen. Het werd een geweldige ervaring. Drieënveertig dagen lang zo’n vijfenzeventig kilometer fietsen per dag met een gemiddelde snelheid van vijftien kilometer per uur en af en toe een paar dagen rust. Onderweg krijg je veel contact met andere pelgrims. Door de lange duur van de tocht kom je helemaal los van de hectiek van alledag en ga je op in de natuur en het cultuurhistorisch erfgoed.”

Pelgrims zijn onderweg herkenbaar aan de jakobsschelp. “Bij het fietsen had ik hem op het stuur en bij het lopen op mijn rugzak. Die jakobsschelp functioneert als een soort sleutel voor ingewijden. Je wordt daarmee overal door bewoners langs de route vriendelijk bejegend en ontvangen. Mensen bieden je koffie aan en vragen of je in Santiago voor ze wil bidden. Bagage onderweg is uiteraard zo minimaal mogelijk. Wat kleding, toilettas, lakensloop, water en een stok. Je hebt een stempelboekje waar stempels ingezet worden van de plaatsen die je bezocht hebt. Er zijn op de route campings en voormalige schooltjes als herberg beschikbaar voor goedkope overnachtingen. Daar hoeft niemand aanwezig te zijn. De sleutel hangt boven de voordeur en je stopt vijf euro in een gleuf van een bakje. Er staan wat stapelbedden er is sanitair en een keukentje.”

De aankomst en verblijf in Santiago de Compostela is het hoogtepunt van de pelgrimstocht. “Het indrukwekkende beeld van de grote kathedraal doemt al ver voor je de stad nadert voor je op. In de kathedraal staat het beeld van Jacobus de Meerdere. Er achter is een trapje waar je het beeld van achteren kunt benaderen en kunt omhelzen. Ik noem het maar de knuffel Jacobus.”

Na zijn thuiskomst liet de bijzondere ervaring van deze pelgrimstocht Fons niet meer los. “Ik kreeg de mogelijkheid bij het RIVM om op mijn 58e jaar met vervroegd pensioen te gaan. Dat heb ik met groot genoegen aangegrepen en kan sinds dat moment me helemaal wijden aan mijn grote liefhebberij, lopen en fietsen. Om de drie jaar vanaf 2003 tot 2015 heb ik de tocht samen met Caroline gemaakt. Twee keer op de fiets vanaf huis en drie keer te voet, zo’n driehonderdzestig kilometer, vanaf een stad in Frankrijk of Spanje. Verder heb ik elf keer de Elfstedentocht gefietst en acht keer de vierdaagse gelopen. Je kunt gerust stellen dat ik behept ben met een prettig soort loop-fietsvirus.”

In Utrecht zijn een aantal gebouwen vanouds verbonden aan Sint Jacob als de Jacobikerk en het voormalige Sint Jacobsgasthuis aan de Oudegracht 213 met het pelgrimsbeeldje in de Jacobsgasthuissteeg dat te bereiken is via de poort in de Haverstraat. Fons Boink is actief lid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob met een informatiecentrum ‘Huis van Sint Jacob’ op het Janskerkhof 28a. “We hebben zo’n 15.000 leden in het hele land. Het genootschap wil belangstellenden op weg helpen met het uitwisselen van ervaringen door het organiseren van bijeenkomsten en cursussen. Pelgrimstochten hebben dan wel van oorsprong een religieuze achtergrond maar bij de huidige leden is dat veelal geen item meer. Maar het is toch wel heel bijzonder dat na de eerste pelgrimstocht naar Santiago in de negende eeuw nu nog steeds zoveel belangstelling is.” Zie website www.santiago.nl.

(Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.)